Shostakovitch: Symfonie nr. 13 in bes op. 113 Babi Yar. Alexey Tikhomirov (bs) met het Chicago symfonie orkest en koor o.l.v. Riccardo Muti. CSO Resound CSOR 901-1901 (68’27”). 2018
De componist gaat hier tegen alle verwachtingen in, niet alleen in zijn keuze voor de onconventionele poëzie van Jevgeny Jevtushenko, maar ook door in een idioom van Moesorgskiaanse eenvoud te gieten, onberispelijk correct volgens de officiële Sovjetcode. Het is ook vast geen toeval dat de componist het revolutionaire Dawn of humanity van de Symfonie nr. 12 liet opvolgen door dit opus in dezelfde lijn die zich richt op op het antisemitisme en de langdurige erfenis van het Stalinisme. Elk woord is duidelijk bedoeld om te worden begrepen en dat is misschien de reden voor de haastige tempi, het gebruik van ee n bas en een mannenkoor.
Na Jevgeny Mravinsky’s veelbesproken weigering om de premiere in 1962 te dirigeren, vond Shostakovitch in Kirill Kondrashin een loyale vertolker die zich niet beïnvloeden door de politieke intriges rondom dat concert. Zijn opname uit 1967 (Melodiya 74321-19842-2) heeft als solist de bas Arthur Eisen, maar die moet werken met een gecensureerde tekst waardoor de identificatie met het lot van het Joodse volksdeel wordt afgezwakt, Daardoor wordt de veroordeling van het antisemitisme minder specifiek van toepassing op Moedertje Rusland en worden we alleen herinnerd aan ‘de heroïsche actie om het fascisme tegen te houden’.
Wat dat betreft waren de opnamen van Kurt Masur met Sergei Leiferkus (Teldec 4509-90848-2) en Rudolf Barshai met Sergei Aleksashin (Regis RRC 1102) beter. Maar zeker ook opnametechnisch is deze indringende, dramatische Amerikaanse vertolking van Muti ook sterk aan te bevelen. Vooral in dagen van Holocaust- en Auschwitz herdenkingen.