Sørensen: Mignon. Mignon - Papillons I-VII; Serenissima; Sinful songs; The lady of Shalott; Ständchen I-V; The weeping white room. Katrine Gislinge (p), John Storgårds (v) met het Laplands kamerorkest o.l.v. John Storgårds. Dacapo 8.226134 (76’06”). 2015
Sørensen: Rosenbad Papillons; Fantasia appassionata; Pantomime-Papillons. Katrine Gislinge (p) met het Stenhammar kwartet en he Esbjerg ensemble. Dacapo 8.226135 (63’29”). 2017
Als het gaat om nieuwe muziek uit Denemarken, komen we al gauw terecht bij Hans Abrahamsen en Bent Sørensen.
De laatste tijd heeft Sørensen (1958) zijn aandacht verlegd van vrij conventionele kamermuziek en orkestwerken naar conceptuele projecten, zoal de openluchtinstallatie The white forest voor kerkklokken uit Jutland en koor. Zijn muziek heeft vaak iets van een droom die tegelijk nauwkeurig en vaag is.
In zekere zin vormen beide cd’s een eenheid, want samen bevatten ze de Papillons trilogie uit 2013/4. In alle drie speelt de piano een belangrijke rol en alle drie bevatten ze zeven delen, maar in een andere volgorde. Mignon Papillons is voor piano en strijkers, Rosenbad Papillons voor piano en strijkkwartet en Pantomime-Papillons voor piano en een ensemble van elf instrumenten. De piano heeft meer een rol als deel van de groep en niet als solist en Katrine Gislinge heeft de eer en het genoegen dat deze composities voor haar zijn gemaakt. Naar de eventuele connectie met Goethes Mignon, vlinders en het regeringsgebouw Rosenbad in Stockholm kan slechts worden geraden.
Serenissima voor soloviool uit 2014 lijkt op een of andere manier verbonden te zijn met Venetië, al klinkt het niet erg sereen. Bij de Sinful songs uit 1998 gaat het niet om liederen maar om een werk voor veertien spelers die zich in het ideale geval rondom het publiek opstellen.
The lady of Shalott bestaat in twee versies, de ene voor soloviool uit 1987 (die hier klinkt), de andere voor strijkkwartet uit 1993. De inspiratie hiervoor is te vinden bij de drie schilderijen van John William Waterhouse uit rond 1890 die zich of zijn beurt liet inspireren door een gedicht van Tennyson. Erg geïnspireerd klinkt de muziek als compositie niet.
Het vijfdelige, vrij klaaglijke Ständchen met soms wat vreemde geluiden is uit 2006 is net als het Octet van Schubert voor 8 instrumenten. Fantasia appassionata is een pianowerk uit 2017 en dit zevendelige werk vertoont verwantschap met Beethovens Pianosonate nr. 23 en de Brahms Fantasieën op. 116. Tot besluit horen we het raadselachtige The weeping white room voor piano en 9 instrumenten uit 2002dat iets heeft van een voorstudie voor de Papillons trilogie.
Al dit moois verschijnt hier voor het eerst op cd en wordt door alle betrokkenen met grote inzet, goede expressieve bedoelingen en vol zelfvertrouwen gespeeld. De grote drijfveren achter realisatie van dit programma zijn de toegewijde Katrine Gislinge en de gemotiveerde John Storgårds. De diepste indruk laat de Papillons trilogie na.