Sæverud: Symfonie nr. 5 ‘Quasi una fantasia’ op. 16; Hoboconcert op. 15; Entrata regale op. 41; Sonata giubilata op. 47. Gordon Hunt (h) met het Stavanger symfonie orkest o.l.v. Ole Kristian Ruud. BIS CD 1162 (59’11”). 2000
Harald Sæverud (1897 - 1992) geldt met Grieg als een der groten onder de Noorse componisten Net als Grieg verwierf hij ook een internationale status, hoewel die berust op een vrij beperkte aantal composities. Zijn negen symfonieën vorm daarvan de ruggengraat.
Zijn Symfonie nr. 5 uit 1941 is de eerste van zijn drie ‘oorlogssymfonieën’ en werd gevolgd door de Sinfonia dolorosa op. 19 uit 1942 en Salme op.27 uit 1945. Ze ontstonden tijdens de Duitse bezetting. De componist ontkende dat ze iets met die situatie te maken hadden en dat er geen programma aan ten grondslag lag.
Eigenlijk heette dat werk de ‘Weerstand symfonie’ maar dat werd pas na de oorlog onthuld. Het gaat om een ééndelig werk dat in vier secties is verdeeld, ruwweg als de sonatevorm en als de Symfonie nr. 7 van Sibelius. De kern van het werk ligt besloten in de 27 korte, contrastrijke variaties waarmee het begint en het werk blijkt aangenaam om aan te horen te zijn.
Het Hoboconcert is hierna een probleemloos, soms haast dansant werk in de hoekdelen en mild lyrisch in het langzame deel waarin de solist de ruimte krijgt om te improviseren. Een aardige ontdekking.
Entrata regale werd in 1960 opgedragen aan koning Olav V en blijkt ondanks zijn bondigheid een gewichtig stuk als symfonische dans in de vorm van een stel korte variaties. Feitelijk geldt iets dergelijks voor de Sonata giubilata die werd geschreven voor de negenhonderdste verjaardag van de stad Bergen.
Met Gordon Hunt als voortreffelijke solist in het Hoboconcert wordt dit viertal werk heel zorgvuldig en geanimeerd uitgevoerd.
Het is niet moeilijk om ook opnamen van de overige acht symfonieën, het fagotconcert, het pianoconcert het celloconcert en andere orkestwerken van deze componist te vinden; de meeste en beste verschenen ook op BIS.