Schubert: Octet in F D. 803. Modigliani kwartet met Sabine Meyer (kl), Bruno Schneider (hrn), Dag Jensen (fag) en Knut Erik Sundquist (cb). Mirare MIR 438 (62’07”). 2019
Het aantal opnamen van Schuberts Octet beloopt voorjaar 2020 meer dan vijftig, maar aan geen daarvan werkte meesterklarinettiste Sabine Meyer mee. Blijkbaar zat ze niet in het Ensemble Berliner Solisten en het Philharmonia Ensemble Berlin dat daar wel opnamen van maakte.
Maar die schade is nu, wat laat in haar carrière, doch daarom niet minder in haar muzikaliteit en technische vaardigheid, ingehaald. Ze omringd zich van een internationaal stel blazers collega’s, aangevuld met de leden Amaury Coeytaux en Loic Rio (v), Laurent Marfaing (va) en François Kieffer (vc) van het Franse Modiglianikwartet.
De aantrekkelijkheid van dit werk vloeit voor een deel voort uit de plezierige vakantiesfeer die het ademt. Meteen de inleiding wekt daar al verwachtingen voor. De rest is een en al plezier met een paar momenten van berusting, maar steeds heel lyrisch en in ontspannen sfeer.
Al die gevoelens worden ook weer gedeeld door deze groep musici die als geheel, in duo’s en soli zich daarin uitleeft. Soms reageren ze als echo op elkaar.
Mooi zoals dit ac hoc ensemble na waarschijnlijk grondig repeteren tot een naadloos sluitend geheel komt waarvan het speelplezier afstraalt en in ieder geval voor een der betere opnamen zorgt. Maar de concurrentie is groot, met name die van Isabelle Faust c.s (Harmonia Mundi HMM 90.2263), Camerata RCO (Gutman CD 181), Northern Light (PHI LPH 015), het Gaudier ensemble (Hyperion CDA 67339) en het Mullova Ensemble (Onyx ONYX 4006).