CD Recensies

STRAUSS, R.: FRAU OHNE SCHATTEN, DIE, THIELEMANN

Strauss, R.: Die Frau ohne Schatten op. 65. Stephen Gould (t., Der Kaiser), Camilla Nylund (s., Die Kaiserin), Wolfgang Koch (Barak, de verver), Nina Stemme (de verfster) Evelyn Herlitzius (ms., Die Amme), Sebastian Holecek (b., de Geestbode) e.a. met het ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Christian Thielemann. Orfeo C 991203 (3 cd’s, 3u. 29’26”). 2019

Wanneer we Der Rosenkavalier in Mozarttermen beschouwen als een grootschalige Nozze di Figaro, dat is Die Frau ohne Schatten met zijn verhaal van schuld en boete een zwaargewicht Zauberflöte. Deze opera uit 1917 is een van Strauss’ langste en ingewikkeldste werken met wind- en dondermachines, glasharmonia, orgel, tamtam en vijf gongs. De première was van dit ambitieuze werk was tijdens W.O. I ondenkbaar, waardoor die pas inn1919 plaatsvond.

Het libretto van Hugo von Hofmannsthal is heel symbolisch en draait om een halfgoddelijke vrouw die met een sterflijke keizer trouwt. Aangezien ze geen schaduw heeft, kan ze hem blijkbaar geen kind geven, waardoor hij in een steen zal veranderen. De keizerin en haar voedster dalen af naar de aarde en stelen daar de schaduw van een feeksachtige vrouw van de stoffenverver Barak. Wanneer de keizerin Baraks onverminderde liefde voor zijn vrouw ziet, geeft ze haar schaduw op en bevrijdt ze beide stellen van hun moeilijkheden. Strauss maakt een subtiel onderscheid tussen de goddelijke en de menselijke wereld als weerspiegeling van Hofmannsthals complexe symboliek.

Na de Weense première was de opera al gauw een succes in de Duitstalige muziekwereld. Vanwege de zware eisen die aan de zangers in de hoofdrollen worden gesteld, bestaat maar een beperkt aantal opnamen van dit werk. Niettemin zijn het er minstens tien met dirigenten als Keilberth, Böhm, Karajan, Sawallisch, Kempe, Solti, Sinopoli, Weigle en Klobocar tot Gergiev toe. Uit 2011 is een vroegere opname op dvd met een iets andere Weense bezetting van Thielemann (Opus Arte OA1072 D).

Tot op heden gold een uitgesproken voorkeur voor de (ook Weense) opname van Solti met een zeer heterogene rolbezetting van Plácido Domingo, Julia Varady, José van Dam en Hildegard Behrens (Decca 436.243-2).

Deze nieuwe uitgave geeft een goede indruk van de huidige omgang met Strauss’ partituren. Het zijn vooral de beide belangrijke vrouwenrollen van de keizerin (Camilla Nylund) en de voedster (Evelyn Herlitzius) die grote indruk maken; de rest van de zangers is wat wisselend, maar steeds ruim voldoende. Thielemann gidst het ingewikkelde geheel met ervaren handen in veilige wateren en levert een krachttoer die de enorme partituur in al zijn detaillering tot zijn recht laat komen.

Zware concurrentie dus voor Solti, die zich echter niet zonder slag of stoot gewonnen geeft.