Schubert: Notturno (Adagio) in Es op. posth. 148, D. 897; Pianotrio nr. 2 in Es op. 100, D. 929. Hamlet trio. Channel Classics CCS 41719 (58’28”). 2019
Schubert vond pas laat in zijn korte leven de weg naar het Pianotrio, maar dat leverde wel drie meesterwerken op. Daarvan is het Notturno er een en het vormt een ideale inleiding op het Pianotrio nr. 2. Dat Adagio kan bedoeld zijn geweest voor een nooit geschreven Pianotrio nr. 3 of niet passend hebben geleken voor de beide bestaande.
Meer dan in Pianotrio nr. 1 betekent het groots opgezette tweede trio een succesvol bedachte, knap gestructureerde cyclische vorm. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd tijdens een van de Schubertiades die de componist in vriendenkring hield. Zelf heeft hij niet meer de jubelrecensie daarover in de Leipzigse Allgemeine musikalische Zeitung kunnen lezen.
Het langzame deel heeft een verrassing in petto. De elegisch beginnende melodie krijgt geleidelijk meer dramatiek en blijkt te zijn gebaseerd op een Zweeds volksliedje dat hij van de Zweedse tenor Isak Albert Berg in Wenen had gehoord. De aan het slot herhaalde ‘farväl’ octaven hebben iets aparts. Dat lied begint met de tekst ‘Als je de zon ziet ondergaan’. Wat op zichzelf al iets melancholieks heeft dat Schubert moet hebben bevallen,
Schuberts contrapuntische gaven zijn ook in Scherzando te bewonderen.
Candida Thompson (v), Xenia Jankovic (vc) en Paolo Giacommetti (p) van het Hamlet trio zorgen voor een indringende uitvoering vol dramatische contrasten die vooral in dde stormachtiger momenten erg welkom zijn. Maar ze introduceren ook iets menselijks in deze muziek en plaatsten zich daarmee naast het Alba Trio (MDG MDG 903.2013-6) dat niet lang geleden ditzelfde tweetal werken opnam.