Satie: Vexations nr. 1-30. Noriko Ogawa. BIS SACD 2325 (80’32”). 2018
Pas 9 september 1963, zeventig jaar nadat het werk werd geschreven klonken de Vexations (pesterijen) van Satie voor het eerst in hun geheel in het Pocket Theatre in Manhattan, bij afwisseling gespeeld uitgevoerd door John Cage, John Cale e.a. achttien uur en veertig minuten om alle 840 herhalingen uit te voeren. Aan het eind aren maar weinig luisteraars meer over, maar een doorzetter riep nog wel ‘Encore!’
In gedrukte vorm ziet het er nietig uit: het wat hoekige - tegelijk melancholieke en emotieloze - thema is 3 notenbalken lang met twee herhalingen maar een volledige uitvoering van de langzaam te spelen (hoera, zou Reinbert de Leeuw opperen) 840 herhalingen vergt tussen de 14 en 28 uur. Voor een pianist die de taak op zich neemt had de componist een goede raad: ‘Pour se jouer 840 fois de suite ce motif, il sera bon de se préparer au préalable, et dans le plus grand silence, par des immobilités sérieuses’.
De titel van het werk is goed gekozen want het brokje melodie waarop het is gebaseerd en dat ongeveer anderhalve minuut duurt en vol dubbele kruisen en mollen zit pest uitvoerende en luisteraar evenzeer.
Een volledige uitvoering op cd zou onzin en onverkoopbaar zijn, dus maakten de pianisten die zich daaraan waagden een selectie. Alan Marks (Decca 425.221-2) zette door in 1987 door tot 69’40”, Stephane Ginsburgh (Sub Rosa SR 294) in 2008 tot 69’30” en Cristina Ariagno (Brilliant Classics 93559/6 in 2006 74’27”.
Maar het is Noriko Ogawa die op een Érard vleugel uit 1895 speelt, het beste is opgenomen die de meeste indruk maakt met haar intense, doch ontspannen spel.