CD Recensies

SCHÖNBERG: PELLEAS UND MELISANDE; ERWARTUNG

Schönberg: Pelleas und Melisande op. 5; Erwartung op. 17. Sara Jakubiak (s) met het Bergens filharmonisch orkest o.l.v. Edward Gardner. Chandos CHSA 5189 (67’36”). 2019
 
Er zijn geen andere werken van Schönberg dan Pelleas und Melisande uit 1902 en Erwartung uit 1909 die zo duidelijk de omvang van de muzikale reis die hij ging ondernemen aan het begin van de twintigste eeuw. Het gaat om zijn eerste grootschalige orkestwerk en zijn eerste compositie voor muziektheater en het stilistische verschil tussen beide is enorm.
In het elfdelige symfonische gedicht volgt hij hetzelfde verhaal dat Debussy gebruikte voor zijn opera Pelléas et Mélisande en Wallace, Fauré en Sibelius voor symfonische werken uit ongeveer dezelfde tijd. Schönbergs muziek is hier nog heel laat-romantisch vol fraaie kleuren (het had haast van Richard Strauss kunnen zijn). In feite had Strauss het onderwerp zelfs aan Schönberg voorgesteld toen beide componisten elkaar in de winter van 1901 in Berlijn ontmoetten.
Erwartung daarentegen wordt meestal beschouwd als een toonbeeld van het muzikale expressionisme. Het is een psychologisch monodrama waarin een vrouw als in een nachtmerrie wordt geconfronteerd met paranoia en afstoting die wordt weerspiegeld door een muziek waaruit vrijwel alle tonaliteitszekerheden zijn verdwenen.
Eerdere opnamen van Pelleas und Melisande, zoals die van Karajan (DG 423.132-2) en Barbirolli (EMI 565.078-2) plaatsten het werk nog geheel in een laat negentiende eeuwse sfeer, Boulez (Warner 2564-69984-5) vermeed dat juist en ook Gardner zoekt hier meer verbinding met de latere Schönberg, net als Robert Craft (Naxos 8.557527), maar hij zorgt ook dat de grote muzikale structuur geen moment in het gedrang komt. Gelukkig brengt het Noorse orkest de energie op om dit waar te maken met vooral een koortsig web van instrumentale kleuren dat wordt gesponnen rond de protagoniste van het monodrama, de Pools/Duitse sopraan Sara Jakubiak die heel fascinerend zingt en een goede kleur geeft aan de vocale melodielijnen zonder in aanstellerige kunstjes te vervallen om de dramatische intensiteit te versterken. Tot nu toe stelde voor mij Phyllis Bryn -Julson de norm (EMI 555.212-2), maar Jakubiak komt in haar buurt.