Scarlatti, A.: Il martirio di Santa Teodosia. Emiliano Gonzalez Toro (t., Arsenio), Renato Dolcini (b., Urbano), Anthea Pichanick, (a., Decio), Emmanuelle de Negri (s., Teodosia) met Les Accents o.l.v. Thibault Noally. Aparté AP 232 (74’). 2019
Teodosia van Constantinopel was een heilige die Christelijke gevangenen troostte voordat ze ondervraagd en mogelijk gemarteld en vermoord werden door gouverneur Urbanus in 308. In dit oratorium horen we niet alleen Teodosia en Urbanus, maar ook Urbanus’ zoon Arsenio die verliefd is op Teodosia en de vertrouweling Decio. Arsenio’s liefde blijft onbeantwoord en hij brengt haar niet af van haar voornemen om God te dien en zonodig daarvoor te sterven.
In tegenstelling tot Händels oratorium Theodora HWV. 68 (Neumann, MDG MDG 332.1019-2) volgt Arsenio Teodosia aan het slot niet in de dood. Het eigen libretto van de componist zelf voor dit werk dat in 1683 voor het eerst in Rome werd uitgevoerd, laat weinig ruimte voor een doorlopend verhaal. In plaats daarvan leren we de gemoedstoestanden van Teodsia in negen aria’s kennen (Arsenio heeft er vier, Urbanus drie en Decio twee).
Er zijn ook ensembles (twee duetten, een trio en een kwartet), alles vrij kort zodat het werk met 38 deeltjes in vijf kwartier is samengevat. Een hoogtepunt is de aria van Teodosia uit deel 1 ‘Se il cielo m’invita’ die zeven minuten duurt.
Het werk is geschreven naar het voorbeeld van Carissimi bij wie Scarlatti (1660 - 1725) les had. Emmanuelle de Negri toont een vastbesloten Teodosia die zich ontroerend aan jaar missie wijdt en haar karakter met warmte vult. Virtuoos zingt ze de aria ‘all’armi o costanza’ aan het begin van het tweede deel. Emiliano GonzalezToro is een vurige minnaar, Renato Dolcini een schurkachtige Urbanus en Anthea Pichanick een steungevende Decio. De begeleiding is voor strijkorkest net fagot en klavecimbel/orgel en aartsluit aan de heel geprofileerde basso continuo kant. Alles heeft eraan bijgedragen om een succes te maken van deze eerste volledige uitvoering op cd.