Saint-Saëns: Le timbre d’argent. Hélène Guilmette (s., Hélène), Jodie Devos (s., Rosa), Edgaras Montvidas (t., Conrad), Shao Yu (t. Benedict) en Tassis Christoyannis (b., Spiridion) met Accentus en Les Siècles o.l.v. François-Xavier Roth. Palazetto Bru Zane BZ 1041 (2 cd’s, 2u. 27’23”). 2017
Le timbre d’argent was de eerste opera van Saint-Saëns uit 1865 die echter pas in 1877 in première ging. Het werk op libretto van Barbier en Carré schetst de nachtmerries van Conrad die op Faustiaanse wijze van de diabolische figuur Dr. Spiridion gekregen zilveren bel moet laten klinken om het verlangde goud te verkrijgen waarmee hij de liefde kan winnen van zijn aanbeden Circé, van wie hij een portret heeft geschilderd, kan winnen. De prijs is hoog, want als tegenprestatie wordt de dood van iemand geëist. Eerst van Conrads aanstaande schoonvader en daarna van zijn beste vriend. Hij versmaadt de liefde van Hélène die hem zeer is toegedaan en de hulp van Benedict, de verloofde van Hélènes zus Rosa.
De opera eindigt met het besef dat alle gebeurtenissen zich slechts hebben afgespeeld in Conrad’s koortsige brein en hij gaat alsnog trouwen met Hélène.
Hélène Guilmette is een sympathieke en oprechte Hélène, maar het is de Belgische Jodie Devos die met haar heldere, vrolijke stem als Rosa nog meer opvalt. Edgaras Montvidas heeft een weinig heldhaftige tenor als Conrad en is de enige teleurstelling in deze uitvoering. Zijn beste vriend Benedict beschikt met Shao Yu over een vrijwel ideale lichte, maar enigszins kelige tenor en Tassis Christoyannis is een duivelse Spridion die zijn cabaretlied en dansnummer in de tweede acte met veel panache voordraagt. Bij het Accentus koor zijn het niet de tenoren, maar de sopranen die een iets te zwakke indruk maken.
Roth gebruikt de laatste versie van deze opera uit 1914 en is is heel zorgvuldig en enthousiast in de realisatie door het op ‘oude’ instrumenten spelende orkest.