Schulhoff: Flammen. Kurt Westi (t., Don Juan) Jane Eaglen (s., Donna Anna, non, Margarethe, vrouw), Iris Vermillion (ms., de dood), Johann-Werner Prein (bs., der Komtur), Gerd Wolf (bs., harlekijn), Celina Lindsley, Carola Höhn, Regina Schudel, Elvira Dreßen, Christiana Berggold en Kaja Borris (schaduwen) met het RIAS Kamerkoor en het Duits symfonie orkest Berlijn o.l.v. John Mauceri. Decca 444.630-2 (2 cd’s, 2u. 13’54”). 1994
Erwin Schulhoff schreef als zijn enige opera de tragikomedie Flammen in 1932 naar een gegeven van Max Brod en op een libretto van Karel Benes. Het werk kreeg maar één opvoering en omdat het van een Joodse componist kon het geen genade vinden bij het naziregime, zodat het tot 1994 niet meer te horen was.
In dit werk krijgen we te maken met een soort Faust als Don Juan. He t libretto is slechts 38 pagina’s lang, zodat we in dit werk vooral veel het orkest horen. Deze Don Juan staat centraal en gaat aan het eind niet dood, maar is veroordeeld tot het leven dat met passie moet worden genoten. Hij reist veel rond, verovert aan de lopende band vrouwenharten, veroorzaakt veel narigheid. De dood volgt hem op de voet, bemint hem, mar krijgt geen greep op hem.
De muziek hierbij is heel oorspronkelijk met wat trekjes van Berg, Korngold en Weill. Kurt Westi is een onvermoeibare maar rusteloze Don, Jane Eaglen vertolkt met succes een stel vrouwen in zijn leven en Iris Vermillion is een duistere dood. John Mauceri leidt een strakke, meeslepende vertolking.