Shostakovitch: Symfonie nr. 11 in g op. 103 Het jaar 1905. Londens filharmonisch orkest o.l.v. Vladimir Jurowski. LPO 0118 (58’43”). 2019
Het zou maar zo kunnen zijn dat Vladimir Jurowsky op het eigen label van het Londens filharmonisch orkest bezig is aan een Shostakovitch cyclus, want van de Symfonieën nr. 6 en 14 (LPO 0080) is al een opname gemaakt.
De Symfonie nr. 11 maakt de geschiedenis van de mislukte opstand tegen de tsaar uit 1905 heel beeldend duidelijk door de integratie van (buiten Rusland onbekende) strijdliederen en door een sfeer van opstand, verdriet en boosheid te schetsen en tot symbool te maken van de strijd tegen tirannie.
Het werk is uit 1956 en er is een theorie dat de delen ‘In memoriam’ of ‘Eeuwige herinnering’ ook zouden slaan op de neergeslagen Hongaarse revolutie dat jaar.
Voor een werk dat wel is omschreven als ‘filmmuziek zonder film’ heeft het altijd de warme belangstelling van de muziekindustrie gehad. Er zijn wel … opnamen van. Jurowski brengt meteen spanning in de duistere muziek van ‘Paleisplein’. Het heeft ook iets griezeligs en opwindends. Later produceren de trombones voor de aanloop naar de ‘Bloody Sunday’ slachting indrukwekkende en boosaardige glissandi. Ook de eerste paragraaf van de finale wordt door de strijkers met veel vuur gespeeld.
Misschien is de algehele sfeer niet zo verzengend als bij Gergiev met het Mariinsky orkest (Mariinsky MAR 0507) uit 2010 en Andris Nelsons met het Boston symfonie orkest (DG 483.5220) uit 2018, maar is wel sprake van een eveneens waardevolle realisatie, eentje om rekening mee te houden en Jurowski’s Shostakovitch te blijven volgen. Beide Vioolconcerten nam hij al mooi op met Alina Ibragimova en het Russisch Staats Academisch orkest (Hyperion CDA 6813).