CD Recensies

STRAUSS, R.: TANZSUITE; DIVERTIMENTO

Strauss, R.: Tanzsuite TrV 245, AV. 107; Divertimento voor kamerorkest op. 86. Nieuw Zeeland symfonie orkest o.l.v. Jun Märkl. Naxos 8.574217 (66’03”). 2020 
 
Toen hij in 1919 mededirecteur werd van de Weense Staatsopera maakte hij een ballet voor de gerestaureerde Redoutensaal. Bij het carnaval 1923 klonk daar voor het eerst zijn Tanzsuite met acht bewerkingen van stukken uit de Pièces de clavevin van Couperin uit 1713. In 1944 nam de componist zelf het nog op met het Weens filharmonisch orkest (Dante LYS 120).
In het Divertimento uit 1941 arrangeerde hij als een soort aanvulling hierop daaruit opnieuw 8 fragmenten uit vroegere werken en voegde daar als derde en achtste deel twee uit eigen werken aan toe. Over het geheel bleef hij in dit werk wat dichter bij Couperin. Op interne is makkelijk te vinden om welke stukjes het gaat. Geen wonder dat met het orkest ook een klavecimbel meespeelt. Verder valt de omvangrijke bezetting voor blazers op (2 fluiten, hobo, althobo, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, trompet en trombone).
Dit tweetal elkaar als het ware aanvullende werken zal in de onderhavige gave uitvoeringen van onze tegenvoeters zowel Couperin- als Straussliefhebbers veel genoegen geven. Luchtiger muziek van Strauss is altijd welkom.