CD Recensies

SIBELIUS: TONEELMUZIEK

Sibelius: Jokamies (Elckerlyc) op. 83; Belsazar’s feast op. 51, JS. 48; Grevinnans konterfej (Het portret van de gravin), JS 88. Petri Lehto (t) met het Lahti kamerkoor en Symfonie orkest o.l.v. Osmo Vänská. BIS CD 735 (65’27”). 1995
 
Sibelius: Stormen (The tempest) op. 109. Kirsi Tilhonen (s), Lilli Paasikivi (ms), Kirsi Tilhonen (s), Anssi Hirvoren (t), Paavo Kerola (t) en Heikki Keinonen (b) met het Lahti symfonie orkest en operakoor o.l.v. Osmo Vänskä. BIS CD 581 (67’20”). 1992
 
Toneelmuziek is een genre waarin Sibelius uitblonk. Daar kon hij zich uitvoerig met al zijn verbeelding uiten en het leek nuttig daaraan even aandacht te besteden, hoewel het om wat oudere opnamen gaat. De partituur van Jokamies ontstond in 1916 en telt 17 delen die samen net geen vijftig minuten duren. Het werk verloopt van een grimmig en somber largo tot een mild keuvelend allegro dat iets weg heeft van Symfonie nr. 5 en bevat heel mooie momenten. 
Belsazar’s Feast is uit 1906 is als gegeven veel bekender van Walton die zijn ruim een half uur lange cantate Belshazzar’s Feast in 1931 schreef, Sibelius heeft aan ruim twintig minuten genoeg voor het dramatisch verlopen banket.
Het portret van de gravin is een heel kort melodrama met gesproken tekst uit 1905. Daarna is de muziek die Sibelius in 1925 schreef bij De Storm van Shakespeare niet alleen heel uitgebreid (34 delen voor de vijf aktes, met de epiloog meegerekend 35), maar ook heel verbeeldingsvol, zoals o.a. blijkt uit de rol van Prospero die hij aan harp en slagwerk toevertrouwde. Hier komt Shakespeare prachtig tot klinken, ‘met wratten en al’ en een glansrol voor Lilli Paasikivi. Makkelijk uitvoerbaar om de wisselende sfeer met zijn kartelranden, angstige holle ogen en dreigende momenten is het werk zeker niet, maar Vänskä weet alles goed te karakteriseren. Heel wat beter dan Marriner (Hänssler 98.353).