Schubert: Strijkkwartetten nr. 4 in C D. 46, 12 in c Quartettsatz D. 703 en 14 in d Der Tod und das Mädchen D. 810. Arod kwartet. Erato 2951.72473 (71’09”). 2020
Bij een optreden in Utrechts Vredenburg in oktober 2017 oogstte het Franse Arod kwartet met Jordan Victoria en Alexandre Vu (v), Tanguy Parisot (va) en Samy Rachid (vc) groot succes. Het maakte al opnamen met werken van
Webern, Schönberg en Zemlinsky (Erato 2954.35524) en Mendelssohn (Erato 2957.61127) en nu is Schubert aan de beurt met drie Strijkkwartetten uit verschillende fasen van zijn leven: 1813, 1820 en 1824.
Daarvan is het Strijkkwartet nr. 14 het bekendst en het meest opgenomen.
Gezien Schuberts slechte gezondheidstoestand verbaast het niet dat de dood er centraal in staat. Het materiaal ervoor ontleende hij aan het lied Der Tod und das Mädchen op tekst van Claudius uit 1813 dat als thema dient voor de variaties uit het andante con moto.et voorafgaande Allegro is energiek en fel, maar suggereert ook iets van een dreigende, sinistere voorspelling.
De Arodleden spelen het thema en de zes variaties heel effectief. Ze beginnen met een soort treurmars en zorgen daarna voor veel melancholie en wanhoop om in variatie nr.3 mooi even te ontspannen en nr. 5 weer grote intensiteit te geven. Mooi ook hoe het deel vredig eindigt. Het scherzo is daarna zorgelozer en de robuust gespeelde finale is als een tarantella in 6/8. Dat ook beide andere werken uiterst geslaagd zijn, hoeft hierna niet te wor den onderstreept.
Van dit werk bestaan natuurlijk reeds legio opnamen (zie Vergelijkende discografieën). Tot de mooiste behoren die van het Italiaans kwartet (Philips 446.163-2), het Henschel kwartet (Arte Nova 59220), het Hagen kwartet (DG 471.740-2) en het Artemis kwartet (Virgin 602.512-2). Maar deze nieuwe uitgave valt in dezelfde klasse. Warm aanbevolen.