CD Recensies

SCHUBERT: SCHÖNE MÜLLERIN, DIE, BOSTRIDGE 3

Schubert: Die schöne Müllerin D. 795. Ian Bostridge (t) en Saskia Giorgini (p). Pentatone PTC 5186-775 (61’30”). 2019
 
De Winterreise zong Bostridge nog met Leif Ove Andsnes op EMI (557.790-2), Schwanengesang met Antonio Pappano op EMI 242.639-2  en heel wat meer liederen van Schubert verdeeld over cd’s als Wigmore Hall WHLIVE 0067, 0077, 0091, EMI 556.347-2 en 557.141.
In zoverre benadert hij langzamerhand Dietrich Fischer-Dieskau die ze alle opnam in de baritonversie.
Bostridge was een leerling van F.D. en daarvan bestaat een ‘herinnering’ in de vorm van Hyperion CDJ 33025 met pianist Graham Johnson waarop F.D. de gedichten waarop de liederen zijn gebaseerd reciteert. 
Bostridge is uit 1964 en was dus midden vijftig toen hij voor de derde keer deze cyclus opnam. Zijn stem klinkt nog vrijwel even monter en fris als destijds, maar wat was de reden voor deze herhaling? Nieuwe inzichten, niet geheel tevreden met de vorige prestaties? Die schöne Müllerin nam hij namelijk in 1994 al op met Graham Johnson (Hyperion CDJ 33025) en in 2003 met Mitsuko Uchida (EMI 557.827-2). 
In de vorige opname zong Bostridge of heen Engelse wijze misschien misschien wat te zelfbewust (in ‘Ungeduld’ bijvoorbeeld) en had Uchida zo haar eigen ideeën en belangen.
In zoverre is er van enige verbetering in zijn voordracht sprake en toont Saskia Giorgini zich zorgzamer en volgzamer. Dat plaatst deze nieuwe uitgave hoger op de lijst met tenorversies die al flink is bevolkt door Christoph Prégardien (Challenge CC 72292), Brad Diamond (Centaur CRC 3286), Jonas Kaufmann (Decca 478.1528), Hans Peter Blochwitz (DG 427.339-2), Christian Elsner (Naxos 8.554664), Werner Güra (Harmonia Mundi HMC 90.1708), Fritz Wunderlich (Ars Produktion 38.701), Mark Padmore (Harmonia Mundi HMU 90.7519), James Gilchrist (Orchid ORC 100006), Hans Jörg Mammel (Raumklang RK 3104), Eric Tappy (Claves 50-1105), Wolfgang Holzmair (Wigmore Hall WHLIVE 0072, Philips 456.581-2), Markus Schäfer (AVI 8553333), Peter Schreier (Decca 430.414-2), Dietrich Henschel (EMI 572.824-2) en Jan Kobow (ATMA ACD 2.2315). Ouwetjes als Aksel Schiøtz uit 1940 (Danacord DADOCD 454) en Julius Patzak uit 1954 (Andromeda ADRCD 5009) vergeten we. Zoek Uw voorkeurzanger maar uit…….
Wat een veelheid, wat een rijkdom. Zelf prefereer ik aks het er echt op aankomt een echt Duitse stem, bij voorbeeld die van Güra, Wunderlich, Holzmair of Schreier. Maar ook Bostridge 3 zal met mij velen bekoren.