CD Recensies

SCHUBERT: SYMFONIEËN NR. 2 EN 3; OUVERTURES

Schubert: Symfonieën nr. 2 in Bes D. 125 en 3 in D D. 200; Ouvertures Des Teufels Lustschloß D. 84 en Alfonso und Estrella D. 732. Bazels kamerorkest o.l.v. Heinz Holliger. Sony 190758.1442-2 (76’15”). 2019
 
Zoals nu blijkt, is Heinz Holliger in Bazel bezig aan een volledige serie orkestwerken van Schubert die werd in 2017 afgetrapt met de Symfonie nr. 9 en de Ouverture Die Zauberharfe (Sony 190758.1438-2) en Symfonieën nr. 4 en 6 en de Ouverture in Italiaanse stijl (Sony 190758.1441-2). Als Hoboïst is het logisch dat de dirigent veel aandacht besteed aan de details van de houtblazers en dat is pure winst. Maar ook de pauken ontsnappen nit aan zijn aandacht. Daarentegen maken de violen geen al se sterke, homogene indruk wat in de helder klinkende opname extra opvalt.
Maar Holliger laat de mooie melodieën goed zingen en hij zorgt voor een jeugdig aandoende levendigheid. Ook pleit voor hem dat hij steeds de herhalingen in acht neemt.
Wat begon als een geschenk aan zichzelf ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag neemt steeds duidelijker contouren aan en we kunnen de resterende Symfonieën daarom ook met een gerust hart tegemoet zien. De charme van Böhm (DG 471.307-2), het karakteristieke van Harnoncourt (Teldec 4509-911184-2) en het telkens raak typerende, zonnig-warme van Abbado (DG 477.8687) missen Holligers vertolkingen een beetje. Goed als het orkest uit Bazel is, de andere ensembles hebben inhoudelijk net iets meer te bieden.