Stravinsky: Ebony concerto; Stukken voor soloklarinet nr. 1-3; Concertino voor 2 violen, altviool en cello; Instrumentale miniaturen nr. 1-8; Dumbarton Oaks concert in Es; Elegie voor altviool; Epitaphium; Dubbel canon voor 2 violen, altviool en cello. Resp. Michel Arrignon (kl), Alain Damiens (kl), Gérard Caussé (va) met het Ensemble InterContemporain o.l.v. Pierre Boulez. DG 447.594-2 (50’55”). 2006
Nadat al een stel werken van Stravinsky door Boulez was opgenomen, keerde hij in een periode van vijftien jaar tussen 1980 en 1996 terug voor een volledige beurt die ook een aantal onbekendere werken aan het licht bracht. Los van de interpretatieve kanten leidde dit tot topklasse uitvoeringen dankzij het kritische oor van de dirigent en diens zorg voor details. Met de acht Instrumentale miniaturen (1963) voor 2 fluiten, hobo, althobo, klarinet, basklarinet, fagot, 2 trompetten, hoorn, 2 trompetten, 3 trombones, harp, celesta en strijkers uit 1963 is hij zeer in zijn element
Al even pittig en levendig klinkt de Dubbel canon voor strijkkwartet, waarvan de ritmiek in veel opzichten doet denken aan die van beide Symfonieën voor blazers. Logisch eigenlijk want die werken ontstonden kort na elkaar.
Hij vult het Ebony concert energiek met heldere rijke kleuren, felle arpeggio’s van de strijkers en nerveuze slagwerkbijdragen en Michel Arrignon maakt er een mooie show van. De andere klarinetist Alain Damiens zorgt voor een superieure weergave van de drie Stukken voor soloklarinet (1919), net zoals Gérard Caussé dat dat op ontroerende en welsprekende manier doet voor de Elegie uit 1944. Het Concertino uit 1920 klinkt heel evenwichtig.
Voor het Dumbarton Oaks concert kiest de dirigent vlottere tempi dan in zijn eerdere opname met het gevolg dat het werk wat gehaast, maar ook wat opener klinkt. In de late, seriële werken waarin Stravinsky de atonaliteit onderzocht, is Boulez op zijn best met heel nauwkeurige interpretaties van het miniatuur Epitaphium voor fluit, klarinet en harp uit 1959.
Het is een genoegen om een aantal bekende en minder bekende twintigste eeuwse composities zo mooi te horen spelen onder een dirigent die over zoveel expertise beschikt.