CD Recensies

SCHUMANN: STRIJKKWARTETTEN NR. 1-3, EMERSON

Schumann: Strijkkwartetten nr. 1 in a op. 41/1, 2 in F op. 41/2 en 3 in A op. 41/3. Emerson kwartet. Pentatone PTC 5186.869 (76’46”). 2019
 
Zijn enige drie Strijkkwartetten schreef Schumann in 1842 binnen een paar weken. Hij had zich goed voorbereid door eerst de Strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven te bestuderen. Hij begon in februari aan nr. 1, maar leed vervolgens aan een depressie zodat hij het erk pas in juni af had. De rest volgde snel en ze werden alle drie 13 september van wat later het ‘compositorische gouden wonderjaar’ zou gaan heten als verjaarscadeau voor de 23-jarige Clara uitgevoerd. Het jaar daarop werden ze gepubliceerd. 
De kwartetten zijn alle vierdelig. Ze hebben nooit de bekendheid gekregen die ze verdienen we komen ze maar zelden tegen in kwartetseries en daarom is het goed dat er een aantal cd opnamen van bestaat.
In 1984 had het Emerson kwartet al een opname van nr. 3 gemaakt, in combinatie met Brahms’ Strijkkwartet nr. 1 (DG 431.650-2), maar voor hun debuut op Pentatone komt het met alle drie. De Amerikanen tonen deze werken in al hun verscheidenheid, intensiteit en - als wel vaker - geheimzinnigheid.
Zoals gebruikelijk bij it ensemble wisselen de violisten telkens van positie. Eugene Drucker is de primarius in nr. 1 en 2, Philip Setzer in nr. 3. Altviolist Lawrence Dutton en cellist Paul Watkins spelen ook met soepele precisie en ontwarren de veelvuldige contrapuntische knopen handig. Zo toont het Emerson kwartet niet alleen de grote waarde, maar ook hun originaliteit van deze werken goed en duidelijk aan in energieke vertolkingen die ook de nodige vaart hebben.
Dat betekent geduchte concurrentie voor het Eroica kwartet (Harmonia Mundi HMU 90.7270) op ‘oude instrumenten’, het Melos kwartet (DG 423.670-2) en het Zehetmair kwartet (ECM 472.169-2) voor nr. 1 en 3.