Salieri: Armida. Lenneke Ruiten (s., Armida), Florie Valiquette (altus, Rinaldo), Teresa Iervolino (s., Ismene), Ashley Riches (t., Ubaldo), het kamerkoor Namen en Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Aparté AP 244 (2u. 05’09”). 2020
Antonio Salieri (1750 - 1825) schreef in 1771 zijn ‘dramma per musica’ Armida in drie aktes op een libretto van Marco Cottelini op basis van het epische gedicht Gerusaleme liberata van Torquato Tasso, zoals ook Lully, Händel en Traetta dat voor hem deden. De handeling gaat als steeds over de relatie tussen de Saraceense tovenares Armida en de kruisvaarder Rinaldo. Armida had de opdracht Rinaldo te doden, maar omdat ze op hem verliefd werd, sluit ze hem liever op in een betoverde tuin. Hij wordt bevrijd door Christelijke medestrijders, maar is nauwelijks in staat om zijn verlangen naar Armida te onderdrukken.
De opera is vooral een vehikel voor de sopraan die met fraaie coloraturen voor het eerst de titelrol zong, Catharina Schindler.
Tot nu toe was uit dit werk alleen de aria ‘Tremo, bell’idol mio’ van Armida opgenomen door Chen Reiss en l’Arte del mondo o.l.v. Werner Ehrhardt (Onyx ONYX 4068). Cecilia Bartoli nam Rinaldo’s aria ‘Vieni a me sull’ali do’oro’ op (Decca 475.100-2).
Maar het is fijn dat Salieri’s eerste succesvolle opera nu voor het eerst in zijn geheel beschikbaar is en gelukkig meteen in een vorm die de grootste waardering wekt voor de historische getrouwheid en de prestaties van de zangers. Nauwelijks verrassend dat Lenneke Ruiten uitblinkt in de titelrol.