Sweelinck: Orgel- en klavecimbelwerken (compleet). Leo van Doeselaar. Nederland Muziek NM 92119 (9 cd’s, 10u., 27’21”). 1991-2001
Sweelinck: Orgel- en klavecimbelwerken (compleet). Bob van Asperen (kl en virginaal), Pieter-Jan Belder (kl, virginaal). Pieter van Dijk (org), Pieter Dirksen (kl en virg), Leo van Doeselaar (org), Gustav Leonhardt (kl), Reize Smits (org), Marieke Spaans (kl en virg), Harald Vogel (org), Alexander Weimann (kl) en Bernard Winsemius (org). Glossa GCD 92.2410 (6 cd’s, 8u., 06’38”). 2012-2014
De herdenking van de vierhonderdste sterfdag van Jan Pieterszoon Sweelinck (april of mei 1562 - 16 oktober 1621) komt in zicht en dat verhoogt hopelijk even de belangstelling voor hem en zijn muziek. Daarom is het goed nog even de aandacht op wat oudere integrale opnamen met zijn orgel- en klavecimbelwerken te vestigen.
Sweelincks muziek heeft misschien niet de aantrekkingskracht, maar wel de kwaliteit van zijn beroemdere tijdgenoten en men moet respect hebben voor zijn doorzettingskracht. Hij was organist van de streng calvinistische Oude Kerk in Amsterdam waar hij als stadsorganist tijdens de erediensten speelde. De regels waren streng want toen de katholieke Engelse organist Peter Philips in 1593 naar hem wilde komen luisteren, werd hij gearresteerd.
Maar gelukkig kon hij op weekdagen zijn eigen gang gaan en een daar een groter publiek op eigen werken onthalen. Zijn muziek is van grote waarde omdat hij allerlei invloeden integreerde. Niet voor niets heette hij de ‘Orfeus uit Amsterdam’. In 1996 promoveerde Pieter Dirksen aan de Universiteit Utrecht cum laude op een proefschrift over de klaviermuziek van Sweelinck. Dat zal wel de basis hebben gelegd voor dit tweetal integrale opnamen.
Het belang van beide is heel groot omdat ze zulke prachtige vertolkingen bevatten. Ergens is opgemerkt dat Sweelincks muziek is als een doos lekkere bonbons die je koopt met de stellige bedoeling daarvan niet meteen te snoepen, maar die niettemin heel snel leeg is.