Shaw: Narrow sea nr. 1-5; Taxidermy. Dawn Upshaw (s) en Sō Percussion. Nonesuch 791.7895 (28’25”). 2018
Toen de in 1982 geboren Amerikaanse violiste en zangeres Caroline Shaw als dertigjarige in 2013 de Pulitzerprijs kreeg voor haar Partita voor 8 stemmen die te vinden is bij een opname van haar ensemble Roomful of teeth (New Amsterdam NWAM 041) omschreef ze zichzelf als ‘musicus de muziek schrijft’ in plaats van als componist. Waar dat werk een achtbaan van zang, gesproken wood en iedere denkbare vorm van vocale techniek was, slaat ze in Narrow Sea uit 2017 een vijfdelige liederencyclus op tekst van The sacred harp en Taxidermy uit 2012 voor slagwerkkwartet (vibrafoons, marimba en bloempotten) heel andere registers aan.
The sacred harp is een bijzondere manier om vocale muziek te zingen volgens een methode die in de periode tussen 1770 en 1820 in New England werd ontwikkeld op basis van de ‘shape note’ a cappella stijl in een verrassend klankuniversum dat is gewijd aan mensen die toevlucht zoeken. De tekst slaat op water (als grens tussen dit en een volgend leven) wekt opnieuw vreugde, maar ook heimwee naar iets hemels als meditatie. Opvallende slagwerkklanken, warm en melodieus gezang en verbindend pianospel bepalen deze compositie.
Taxidermy (het opzetten van dieren) gebeurt zonder dieren maar met bloempotten van verschillende grootte (dus met verschillende toonhoogte), vibrafoon en marimba wat heel interessante geluiden oplevert.
De aangename boodschap is dat Shaw heel ‘orenvriendelijke’ muziek schrijft en dat ze componeert met respect voor de vertolkers.
Probeer ook maar eens haar cd met ‘In a rose’ en ‘The listeners’ uit 2019 met Anne Sofie von Otter, Avery Amereau, Dashon Burton en het Philharmonia Barokorkest o.l.v. Nicholas McGegan (Philharmonia Baroque PBP 12).