Schulhoff: Flammen. Raymond Very (t., Don Juan), Iris Vermillon (ms., La morte), Stephanie Friede (s., een vrouw, non, Margarethe en Donna Anna), Salvador Fernández Castro (bs., Commendatore), Karl-Michael Ebner (Pulcinella), Andreas Jankowitsch (Pantalone), Markus Raab (b., Harlekin), Gabriela Bone, Nina Bernsteiner, Anna Peshes, Christa Ratzenbeck, Hermine Haselböck, Elisabeth Wolfbauer (s. en ms., vrouwenschaduwen), met het Schönberg koor en het Weens Omroeporkest o.l.v. Bertrand de Billy. Capriccio C 5382 (2 cd’s, 2u. 07’29”). 2006
Erwin Schulhoff (1894 - 1942) componeerde zijn enige opera, de muzikale tragikomedie in twee aktes en tien taferelen naar een door Kafka’s vriend Max Brod uit het Tsjechisch vertaald libretto van Karel Josef Benes tussen 1923 en 1929. De première was in Brno, maar nadat zijn muziek ‘entartet’ was verklaard door de Nazi’s werd het werk pas weer in de jaren negentig opgevoerd. Bijvoorbeeld in Leipzig en John Mauceri maakte er de eerste opname van in Berlin in 1994 (Decca 444.630-2).
Deze opname komt uit enen en werd in 2006 gemaakt. In principe is het werk gebaseerd op de legende van Don Juan, maar er komen ook elementen in voor van de Wandelende Jood en uit de commedia dell’arte. De handeling verloopt weinig lineair, maar gaat over de voor eeuwig veroordeelde en gedoemde Don Juan die vier van zijn slachtoffers achter zich aan krijgt plus de enige vrouw, La morte, die hij niet wist te verleiden. Zij omringt hem voortdurend als een nemesis, terwijl zes vrouwelijke schaduwen als een Grieks koor optreden.
De dramaturgie is wat brokkelig, maar de muziek is fascinerend, hoewel nogal eclectisch met sporen van Bergs expressionisme (echo’s van Wozzeck), momenten van Hindemiths neo-classisme en wat jazzvlagen.
Tenor Raymond Very klinkt moedig in de hoofdrol van Don Juan, Iris Vermillion is een heel treffende La morte (ze zong die rol ook bij Mauceri) en vooral Stefanie Friede leidt mooi in het kwartet van de slachtoffers.
Een gering bezwaar is dat de stemmen door de niet ideale opname nogal eens in het orkest dreigen te verdrinken. Daarom houdt de verfijnder opname van Mauceri de voorkeur.