Schubert: Winterreise D. 911. Joyce DiDonato (ms) en Yannick Nézet-Séguin. Erato 295284145 (70’24”). 2019
De zwerver uit Schuberts Winterreise, de cyclus van 24 liederen, trekt door een bleek en kaal landschap van vervlogen hoop en bevroren tranen. Het werk werd geschreven voor tenor, maar bleek aantrekkelijk aantrekkelijk voor iedere stemsoort, waaronder te beginnen sopraan Lotte Lehmann (Dante Lys 231/4) uit 1941, de sopranen Margaret Price (Forlane 16769), Barbara Hendricks (Arte Verum ARV 010) en Christine Schäfer (Onyx 4010), de mezzo’s Christa Ludwig (DG 423366-2), Brigitte Fassbänder (EMI 749.846-2), Nathalie Stutzmann (Calliope CAL 9339), Mitsuko Shirai (Capriccio 10382/3) en Alice Coote (Wigmore Hall WHLIVE 0057) en Miriam Abramwitsch (Music & Arts CD 873).
Enige van Wilhelm Müllers gedichten hebben het over ‘zij’ of ‘hij’, maar deze lidende ziel kan van ieder van ons zijn. Joyce DiDonato heeft een enorm bereik aan vocale kleuren ter beschikking en daarmee treft ze de onthechte stemming van ‘Erstarrung’, de eenvoud en de hopeloosheid van ‘Der Lindenbaum’, de griezelige angst van ‘Irrlicht’, het pathos van ‘Die Post’.
Jammer is alleen dat ze die gevoelens nogal eens dramatisch overdrijft met haar op zichzelf heel fraaie stem. Onverlet blijft daarbij de de meer dan attente begeleiding van Yannick Nézet-Séguin.
Als de cyclus al door een mezzo moet worden gezongen, voel ik me daarom uiteindelijk toch beter thuis bij Fassbänder en Ludwig wier Duits ook iets ‘luppenreiner’ is.