Saint-Saëns: Symfonieën nr. 1 in Es op. 2, 2 in a op. 55 en 3 in c op. 78 ‘Orgelsymfonie’, in F ‘Urbs Roma’; Phaéton op. 39; Le rouet d’Omphale op. 31; La jeunesse d’Hercule op. 50; Danse macabre op. 40, Marika Fälskogh (v) met Malmö symfonie orkest o.l.v. Marc Soustrot. Naxos 8.503301 (3 cd’s, 3u., 24’52”). 2013/5
Saint-Saëns: Symfonie in A; Symfonieën nr. 1 in Es op. 2, 2 in a op. 55, in F ‘Urbs Roma’, 3 in c op. 78 ‘Orgelsymfonie’. Bernard Gavoty (org) met het Nationaal orkest van de Franse omroep o.l.v. Jean Martinon. EMI 762.643-2 (2 cd’s, 2u. 36’08”). 1974
Tussen de jaren 1850 en 1886 componeerde Saint-Saëns (1835 - 1921) vijf Symfonieën, de Symfonie in A in 1850. nr. 1 in Es in 1853, ‘Urbs Roma’ in 1856, nr. 2 in 1859 en nr. 3 (de Orgelsymfonie) in 1886. De cyclus begon met de nog door Mozart beïnvloede Symfonie in A als zeventienjarige en het werk oogstte veel waardering van Berlioz en Gounod. De reeks vond zijn bekroning in de Symfonie nr. 3 met orgel- en pianosolo (de laatste ‘pour diamanter l’orchestre’), de enige die nog regelmatig te horen is.
Hij componeerde zijn tweede symfonie in een heel korte tijd, van juli tot september 1859. De orkestratie is transparant en het eerste deel bevat, wat heel ongewoon was, een driestemmige fuga. Beknopt en constant inventief, met een finale die doet denken aan de tarantella uit Mendelssohns ‘Italiaanse’ symfonie, week het werk sterk af van de Weense modellen die hij zo bewonderde.
De majestueuze orgelakkoorden aan het begin van het laatste deel van de Symfonie nr. 3 “avec orgue” hebben de muziek vanaf het moment van de première tot een publiekslieveling gemaakt. Saint-Saëns componeerde dit werk in opdracht van de Royal Philharmonic Society in Londen, ter gelegenheid van hun 73ste seizoen en droeg het meesterwerk op aan zijn net overleden vriend, Franz Liszt. Het thema dat door de hele symfonie heen klinkt en vooral in het Maestoso (in majeur) plechtig en breed naar voor komt, is afgeleid van de Gregoriaanse Dies Irae melodie. De première was in 1887 door het Orchestre de la Société des concerts du Conservatoire o.l.v. Jules Garcin. Organist in de finale was Saint-Saëns zelf. In zij deze Symfonie nr. 3 slaagde Saint-Saëns erin het orgel goed te integreren in het muzikaal weefsel van een symfonisch werk.
‘Urbs Roma’ is een muzikaal portret van de stad Rome dat geen Symfonie mocht heten, maar was bedoeld voor een of ander concours; het had niets met de Prix de Rome te maken.
Marc Soustrot nam ze alle op; de eerst over drie losse cd’s (Naxos 8.573138/40) verdeelde werken zijn nu logisch gebundeld en aangevuld met drie Symfonische gedichten. Hij zorgt over de hele linie voor mooi krachtige vertolkingen die deze Symfonieën veel goed doen. Alleen Phaéton had wat energieker en kernachtiger gemogen. Marika Fälskogh is een goede vioolsoliste in de Danse macabre.
Ik kan niet nalaten om nog even te wijzen op de cyclus van Jean Martinon die door het gebruikte orkest wat vertrouwd ‘franser’ klinkt.