CD Recensies

SCIARRINO: L'ALIBI DELLA PAROLE; CANTI SENZA PIETRE

Sciarrino: ‘L’alibi della parole’, ‘Canti senza pietre’ nr. 1-3; Nono: ‘Polifonica - Monodia - Ritmica; ’Sarà dolce tacere’. Resp. Ensemble Aisthesis en Schola Heidelberg o.l.v. Walter Nußbaum, Orkest van het Landestheater Darmstadt o.l.v. Hermann Scherchen. Divox CDX 21701 (69’37”). 2005, 2003, 1951 
 
Bij deze uitgave is het belangrijk en nuttig om de achtergrond van het werk van Nono te weten. In 1948 gaf dirigent Scherchen een dirigentencursus in Brazilië. Tot zijn beste studenten behoorde de Braziliaanse Eunice Katunda. Ze sloot vriendschap met Europese medestudenten, waaronder Luigi Nono (1924 - 1990). Deze leerde van haar een volksliedje kennen over de godin van de zee. Dat was voor hem aanleiding om in 1951 zijn compositie ‘Polifonica - Monodia - Ritmica, ’Sarà dolce tacere’ daarop te baseren.
De première tijdens de Musiktage in Darmstadt werd een trauma voor de componist, want de dirigent had het werk ongevraagd ingekort. Voor deze opname is getracht het werk in oorspronkelijke staat te reconstrueren. Daarvoor dient een bonustrack. De muziek begint heel rustig maar eindigt als een wilde dans uit de jungle op de manier van Milhaud of Villa-Lobos. Als rode draad wordt de melodie van het volksliedje van het ene naar het andere instrument doorgegeven. Het werk is geschreven voor zes instrumenten plus een slagwerkgroep.
’Sarà dolce tacere’ is een orkestlied op tekst van Cesare Pavese uit 1960.
Wat Sciarrino’s bijdragen betreft gaat het om de ensemblestukken ‘L’alibi della parole’ uit 1994 en de drie ‘Canti senza pietre’ uit 1999 op teksten uit diverse bronnen.
De titel van deze uitgave, ‘Parole e testi’ is goed gevonden voor een schijfje vol met experimentele vocale en instrumentale werken die zowel door het Ensemble Aisthesis als Walter Nußbaum enHermann Scherchen zeer naar behoren worden uitgevoerd.