Silvestrov: Ode aan een nachtegaal; Cantate voor sopraan, piano en orkest nr. 4; Pianoconcertino; Moments of poetry and music; Symfonie nr. 7. Inna Galatenko (s), Oleg Bezborodko (piano) en het Litouws nationaal symfonie orkest o.l.v. Christopher Lyndon-Gee. Naxos 8.574123 (73’06”). 2019
Telkens opnieuw blijkt dat de muziek van de in 1937 geboren Oekraïner Valentin Silvestrov die in de jaren zestig vorige eeuw tot de Moskouse avant-garde behoorde en wiens composities net zo toegankelijk is als die van Alfred Schnittke en Arvo Pärt en dus eveneens zeer de moeite waard zijn. In Nederland zou hij best wat meer op het programma mogen staan. Hoezeer hij aanspreekt, blijkt opnieuw uit de vier werken op deze cd.
De cd première van zijn Symfonie nr. 7 uit 2003 is weer een belevenis die herinneringen oproept aan het bergachtige landschap dat we in de Symfonie nr. 9 van Mahler doorkruisen. DE eerste bladzijde van de partituur bevat zelfs een citaat uit Mahler X. Silvestrovs werk is half een eerbetoon, half een commentaar op de late Mahler. Het is soms alsof Mahler vanuit zijn graf tot ons spreekt en en passant toespelingen maakt op Britten en Shostakovitch. In de Symfonie komt een door Marija Grikeviciute geschreven pianocadens voor.
De aanvulling bestaat uit drie onbekende, niet minder boeiende werken: een negentien minuten durende heel mooie, sympathieke toonzetting van John Keats’ ‘Ode aan een nachtegaal’ uit 1983 in een stijl halverwege Janacek en Berg. Verder de pastorale, licht romantische/deels post-mderne Cantate voor sopraan, piano en orkest nr. 4 uit 2014, Moments of poetry and music uit 2003 en het Pianoconcertino met zijn momenten van puur minimalisme in een easy-listening klimaat. Maar daarover mot direct worden gezegd: alles wat Silvestrov doet, klinkt stukken beter dan het gemezel van Einaudi.
Zover dat te beoordelen is, zijn alle uitvoeringen keurig in orde.