Schmitt: Solitude. ‘’Ballade de la neige’ op. 6, ‘Crépuscules’ op. 56 nr. 1-4, ‘Pianostukken op. 27 nr. 1-9, ‘Prélude’ triste’ uit 3 Préludes op. 27, ‘Pupazzi’ op. 36 nr. 1-8; ‘Ritournelle’ op. 2bis/2. Biljana Urban. Grand Piano GP 850 (70’42”).

 

Hoewel hij ook fluit en orgel speelde, was de piano het belangrijkste instrument voor de Franse componist Florent Schmitt (1870 - 1958). Pianowerken vormen dan ook het grootste deel van zijn 138 opusnummers plus wat extra werken. De meeste daarvan leiden een Assepoester bestaan, maar daaraan maakt Grand Piano met een stel opnamen van vierhandige- en solocomposities een eind.

De ‘Ballade de la neige’ op. 6 is uit 1896, de Crépuscules met ‘Sollitude’, ’Sylphides’, ’Neige’ en ‘sur un petit cimètre’ zijn uit 1911, de 9 Pianostukken op. 27 met ‘L’heure immobile’, ‘Danse orientale’, ‘Chanson tendre’, ‘Chanson mélancolique’, ’Nocturne’, ’Romance sans paroles’, ’Sérénade antique’, de Spaanse dans ‘Gitanella’’ en ’Sicilienne’ dateren uit 1903 en de Pupazzi met ‘Scaramouche’, ‘Aminte’, ‘Damis’, ‘Eglé’, ‘Cassandre’, ‘Atys’, ‘Clymène’ en ‘Arlequin’ stammen uit 1907,  terwijl ‘Ritournelle’ uit 1925 is en de ‘Prélude triste’ uit 1891.

Veel van deze werken weerspiegelen de indrukken die de componist gedurende zijn reizen opdeed. Zijn werken munten niet alleen uit door een grote oorspronkelijkheid en expressieve levendigheid, maar ook door harmonische rijkdom en soms een berustende melancholie. De Ritournelle is een typisch  voorbeeld van Frans luchtige esprit.

Biljana Urban is een Kroatische pianiste die in Frankrijk studeerde, in Amsterdam woont en daar ook met het Concertgebouworkest optrad. Ze toont duidelijk het juiste gevoel voor dit typische idioom en geeft daar heel geldige interpretaties van.

Ze heeft ook een volledige opname van de Pianowerken van Jan Václav Vorísek gemaakt (Grand Piano GP 670/1).