CD Recensies

SCHUBERT: WINTERREISE, WILMERING

Schubert: Winterreise D. 911. Michael Wilmering (b) en Daan Boertien (piano). TRPTK TTK 0078 (67’37”). 2021
 
Wanneer men de lijst met cd opnamen van Schuberts Winterreise beziet, komt men daarop nogal wat Nederlandse baritons tegen: Bernhard Kruysen en Gérard van Blerk (Van Hooff WVH 090), Max van Egmond en Jos van Immerseel (Channel Clssics CCS 0190), Hans Zomer en Gerrit Schuil (Munich Records MKCD 002), Thomas Oliemans met Bert van de Brink (Fineline Classics FL 72409) en met Paolo Giacometti (Channel Classics CCS 42119), Robert Holl met Oleg Maisenberg (Philips 434033-2) en met Naum Grubert (Vanguard 99076), Maarten Koningsberger en en Roger Braun (Tatlin TA 003), Jan Hendrik Rootering en Hermann Lechler (Calig CAL 50910) en Klaus Mertens en Tini Mathot (Antoine Marchand CC 7215-2).
Daarbij voegen zich nu Michael Wilmering en Daan Boertien. Wilmering studeerde aan het Conservatorium in Utrecht en was  een jaar verbonden aan de Opera in Stuttgart.
De zwerver uit Schubert’s Winterreise, een cyclus van 24 liederen, trekt door een guur en kaal landschap met bevroren tranen. Het werk is geschreven voor tenor, maar wordt minstens zo vaak door een bariton en de laatste jaren steeds vaker ook door een mezzo gezongen.
In een aantal van Wilhelm Müllers tekstenn is sprake van een ‘hij’ of een ‘zij’, maar dit lijden kan ook ieder van ons betreffen.
Met zijn opera achtergrond geeft Wilmering een extra levendige expressie aan de liederen en zoekt hij in lied na lied het drama op.
Dat blijkt onder meer uit de onthechte sfeer van ‘Erstarrung’, de aanvankelijke eenvoud, dan de hopeloosheid van ‘Der Lindenbaum’, de gotische vrees van ’Irrlicht’, het pathos van ‘Die Post’. Iedere luisteraar zal genieten van de inzichten die Wilmerink en zijn uitstekende partner Daan Boertien hier in goede harmonie bieden; ze stimuleren de gedachte om deze cyclus opnieuw te overdenken.