Sammartini: Blokfluitsonates deel 2 nr. 8 S.8, 14 S.14, 16 S.16, 17 S.17, 18 S.18, 20 S.20 en 26 S. 26. Andreas Böhlen (fl), Michael Hell (kl), Daniel Rosin (vc) en Pietro Prosser (luit). Aeolus AE 10336 (76’59»). 2021
Kennelijk is Andreas Böhlen bezig om alle 24 Blokfluitsonates van Giuseppe Sammartini (1695 – 1750) op te nemen en daarbij volgt hij de Sibley nummering. Hij stamde uit Milaan, had de eveneens bekende Giovanni Battista als jongere broer en bracht het grootste deel van zijn beroepsleven in Londen door in dienst van de prins van Wales, Frederick.
Deze sonates zijn mooie voorbeelden van de overgang van de laatbarok (vandaar nog die luit) naar vroegklassiek en Sammartini geldt daarbij als progressief. Zelf was hij primair hoboïst, maar hij moet ook heel vaardig blokfluit hebben gespeeld, want dat is heel goed te horen aan deze sonates.
In totaal beschikken we, verdeeld over manuscripten die in Parma en het Amerikaanse Rochester zijn bewaard en verdeeld, over 29 Blokfluitsonates, dus Büohlen wacht nog meer werk. De meeste vroege sonates zijn nog vierdelig, de latere zijn driedelig. Opvallend is dat vrijwel al deze sonates in F-groot staan; sommige maken de indruk van snel gemaakt samenflansel, maar dat doet weinig af aan het luistergenot, want daar staan vaak verrassende briljante melodische vondsten tegenover.
Ook op aflevering twee spelen Böhlen en zijn beide partners met veel recreatief inzicht en een gave afwikkeling. Het vraagt om snel meer om de uitgave compleet te maken.