CD Recensies

SCHÖNBERG: GURRELIEDER, RATTLE

Schönberg: Gurrelieder. Karita Mattila (Tove), Anne Sofie von Otter (Waldtaube), Thomas Moser (Waldemar), Philip Langridge (Klaus-Narr), Thomas Quasthoff (Bauer, spreker) met het Berlijns omroepkoor, het Leizigs omroepkoor en het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. EMI 557.303-2 (2 cd’s, 110’14”). 2001

 

Van al Schönbergs werken zijn de Gurrelieder vrijwel het populairst geworden. Geen wonder want het is een prachtig werk waaraan een heel leger uitvoerenden te pas komt: vijf vocale solisten, een orkest met tenminste zeventig strijkers, vier koren, een verteller, acht fluiten, tien hoorns, zeven trompetten, zeven trombones, vijf tuba’s, vier harpen, zes slagwerkers en ijzeren kettingen. Een ware uitdaging dus ook voor uitvoerenden en opnametechnici.

Die populariteit wordt weerspiegeld door het aantal opnamen van het werk. Achtereenvolgens verschenen die van Leibowitz (Dante LYS 557/8, 1968), Ferencsik (EMI 574.194-2, 1968), Boulez (Sony 48459, 1974), Ozawa (Philips 464.736-2, 1979), Kegel (Berlin Classics 0090-1728C, 1986), Chailly (Decca 430.321-2, 1990), Abbado (DG 439.944-2, 1992) en Sinopoli (Teldec 4509-98424-2, 1995).

Als om het nog lastiger en ingewikkelder te maken: de meeste van die opnamen waren erg mooi, zodat het dringen was om de voorkeur te krijgen. De beste allround oplossing bood Chailly. Wat heeft Rattle daaraan eventueel toe te voegen? Om te beginnen duidelijke blijken van subtiliteit. Tegenover de wat al te welluidend en volbloedig klinkende langzame aanpak van een Sinopoli stelt hij een door helderheid en slankheid gedomineerd concept. De solisten hoeven zich ook niet te overschreeuwen en de Waldemar van Moser kan dan ook ongeforceerd alle inherente lyriek ten toon spreiden, net zoals Mattila als Tove binnen intieme grenzen kan blijven. Een rustige expressiviteit is het kenmerk van Von Otters Waldtaube. En zo gaat de lijst positieve facetten door langs alle betrokkenen.

De solisten van Chailly overtuigen minstens zozeer en hij overtuigt met zijn dirigaat eveneens in de hoogste mate. De keus gaat dan ook tussen dit tweetal met gezien de paar extra pluspunten een lichte voorkeur voor EMI.