Schubert: 23 Liederen naar gedichten van Mayrhofer: Fahrt zum Hades, Freiwilliges Versinken, Der entsühnte Orest, Der zürnenenden Diana, Lied eines Schiffers an die Dioskuren, Auf der Donau, Der Schiffer, Die Sternennächte, Abschied, Nachtstück, Fragment aus dem Aeschylus, Antigone und Oedip, Memnon, Philoket, Atys, Der Sieg, Wie Ulfru fischt, Der Alpenjäger, Nachtviolen, Abendstern, Nach einem Gewitter, Gondelfahrer, Auflösung. Christoph Prégardien (tenor) en Andreas Staier (hammerklavier). Teldec 8573-85556-2 (70’13”). 2001
Tenor Prégardien en fortepianist Staier vormen al ruim tien jaar een duo en net als op hun vorige cd komen ze hier in de sector tenorliederen tot zeer bevredigende resultaten in een reeks op tekst van Mayrhofer. Eenzaamheid en het noodlot spelen bij Mayrhofer – bij voorkeur steeds in strijd met het noodlot - altijd een grote rol. Dat moet Schubert sterk hebben aangesproken en het wekt ook hoorbaar veel sympathie bij deze uitvoerenden. Van Prégardien valt op dat hij in de eerste dramatische liederen – ‘Fahrt zum Hades’, ‘Freiwilliges Versinken’, ‘Der entsühnte Orest’ – niet schroomt ook af te dalen naar een lager baritonregister. Maar het mooist slaagden de echt lyrische liederen. Het mooist slaagden ‘Auf der Donau’, ‘Abendstern’, ‘Gondelfahrer’ en ‘Auflösung’. Hooguit Staiers intonatie en zijn manier om de tonen van onderaf te benaderen wekken vraagtekens; het gebruik van een fortepiano houdt het geheel intiem.