CD Recensies

SCHUBERT, SYMFONIE NR. 9, RATTLE

Schubert: Symfonie nr. 9 in C D. 944. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. EMI 339.382-2 (57’43”).

Waar het de interpretatie van Schuberts laatste, een overgang tussen de symfonische werelden van Beethoven en Bruckner vormende symfonie betreft, waren lang twee duidelijke scholen te onderscheiden: de straffe, classicistische, aangevoerd door dirigenten als Toscanini en Szell, maar later ook met bijvoorbeeld Solti en Karajan in hun voetsporen en de uitgesproken lieden die een romantischer, in expressief opzicht meegaander stijl huldigden: Furtwängler, Krips. De eerstgenoemden hielden de tempi strak, de laatsgenoemden gingen zich soms nogal te buiten aan rallentandi met daarop haast noodzakelijkerwijs volgende versnellingen.

Een der weinigen die voor een geslaagd compromis tussen die wat extreme opvattingen zorgde, waren Böhm (DG)  en Wand (RCA) wier uitvoeringen decennialang model stonden. Als zo vaak doet Rattle heel wat prachtige dingen, maar bij herhaald beluisteren vrees ik toch dat zijn stop and go behandeling aan het eind van hoofdstukken en doorwerkingen me gaan storen. Het resultaat: een slechts gekwalificeerde aanbeveling; luister eerst zelf in hoeverre u deze behandeling bevalt. Ik blijf liever Böhm, Wand en Solti trouw.

Omdat het hier nu eens niet om een ‘live’ opname lijkt te gaan, had men ook best nog wat extra muziek mogen aanvullen: Solti biedt Wagners Siegfried Idyll (Decca 460.311-2), Gardiner Gesang der Geister (DG 457.648-2) en Abbado de ouverture Rosamunde (Die Zauberharfe) (DG 423.656-2).