Schumann: Adagio en allegro op. 70; 3 Fantasiestücke op. 73; 3 Romanzen op. 94; (Alt)vioolsonate nr. 1 in a op. 105; Märchenbilder op. 113. Tabea Zimmermann en Hartmut Höll. Capriccio 67123 (62’03”). 2001/3
Het dient meteen te worden gezegd: Tabea Zimmermann, twintig jaar geleden als schuchter meiske debuterend bij Gidon Kremers Lockenhaus festival, die over een heel mooi klinkende alt beschikt, weet voortreffelijk raad met zowel de vurige Florestan als de verdroomde Eusebius aspecten van Schumanns werk. Met haar partner – ook doorkneed als liedbegeleider – geeft ze alle ruimte aan de emotionele kanten van de muziek. Hun passie en dichterlijkheid doet heel natuurlijk aan.
Verrassend is het om de late eerste vioolsonate hier in nieuw klankgewaad aan te treffen. Hij komt in de presentatie voor alt ineens als een veel intiemer, warmbloediger werk voor de dag. Best fascinerend. Schumann maakte er gelukkig nooit zo’n probleem van hoe deze werken werden geïnstrumenteerd en uitgevoerd. Waarom dus ook niet de klarinet, viool of cello vervangen door een altviool in de Fantasiestücke, de hoorn en de cello uit Adagio en allegro dito. En opnieuw de klarinet of viool uit de Romanzen? Het werd een ware feestelijke viering van Schumann en de altviool. Zeer aanbevolen!