Schumann: Symfonie nr. 2 in C op. 61; Ouverture Manfred op. 115; Konzertstück voor vier hoorns en orkest in F op. 84. Philharmonia orkest o.l.v. Christian Thielemann. DG 453.482-2 (75’58”). 1996
Lang niet altijd overtuigen de opnamen van Thielemann die nadrukkelijk in het voetspoor van Furtwängler is getreden en er zo zijn eigen grilligheden op nahoudt. Misschien trekt hij Schumann te zeer in de laatromantische sfeer, maar heel mooi en effectief klinkt het wel. Eenmaal ingesteld op zijn opvatting die best verdedigbaar is, valt hier enorm veel te genieten. Neem het heel traag genomen adagio uit de symfonie dat nu ineens veel glorieuzer klinkt dan gewoonlijk, al blijft Sawallisch (EMI 764.815-2) de norm. Het Konzertstück klinkt stukken warmer en somptueuzer dan bij Gardiner (Archiv), maar Manfred verdient een fellere, extroverter aanpak. De opname slaagde uitstekend. Zo werd dit een wat provocerende kijk op Schumann, zeker niet alleenzaligmakend, maar interessant als alternatief.