CD Recensies

SIBELIUS: FINLANDIA, TAPIOLA, LEGENDEN E.A.

Sibelius: En saga op. 9 ; Lentelied op. 16; 4 delen uit Kuolema op. 44; De bard op. 64; Tapiola op. 112. Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 457.654-2 (71’21”). 1992/1995

 

Sibelius: Karelia suite op. 11; Andante festivo; De Oceaniden op. 73; Koning Cristian II op. 27; Finlandia op. 26. Soile Isokoski met het Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 447.760-2 (72’01”). 1992/4

 

Sibelius: 4 Legenden op. 22; Nachtrit en zonsopkomst op. 55; Pohjola’s dochter op. 49. Göteborg symfonie orkest o.l.v. Neeme Järvi. DG 453.426-2 (71’). 1992/5

Meer dan dertig jaar scheiden En saga en Tapiola maar beide werken dragen hetzelfde duidelijke stempel van Sibelius. Feitelijk geldt dat ook voor alle andere werken op dit tweetal opnamen. De verschillen zitten vaak vooral in de orkestratie, maar de sfeer is er steeds een van vreemde lichtwerking, enorm uitgestrekte ruiten, eenzaamheid, van een soort droomreis, nu eens gevoed door een mooie legende, dan weer in nachtmerrievorm. Het programmatische karakter is steeds evident.

Wat Järvi hier aanbiedt is een dwarsdoorsnee door de symfonische gedichten en de toneelmuzieken van Sibelius, met als onderdeel van Kuolema vanzelfsprekend de ‘Valse triste’. Voordat hij deze DG opname maakte, dirigeerde hij een deel ervan al voor BIS (BIS CD 472). BIS heeft trouwens meer van dergelijke werken in zijn catalogus, dan echter gedirigeerd door Vänskä (BIS CD 918). Ook het Finse label Ondine liet zich niet onbetuigd in dit repertoire en dan waren daar natuurlijk ook nog Askenazy (Decca 417.762-2, 452.576-2) en Karajan (DG 439.010-2, 474.269-2 EMI 764.331-2) om slechts de belangrijkste pleitbezorgers te noemen.

Alles heel mooi uitgevoerde programma’s, maar wel heel verschillend van samenstelling. Daarbij voegt zich nu opnieuw Järvi en bij hem is men in zeer goede handen, want hij verstaat dit idioom uitstekend en zijn orkest speelt de kortere werken op de ene cd met veel charme en panache terwijl hij de forsere kost van de zwaardere werken, toont waar nodig grote passie, maar kan ook heel verstild te werk gaan, zoals in een magisch weergegeven ‘Zwaan van Tuonela’.

Kortom: wie deze samenstellingen aanstaat, hoeft geen moment te aarzelen, want de uitvoeringen zijn stijlvol en de opnamekwaliteit is vaak beter dan bij de rivalen.