CD Recensies

STRAUSS, R.: ARIADNE AUF NAXOS, SINOPOLI

Strauss: Ariadne auf Naxos op. 60. Deborah Voigt (Primadonna/Ariadne), Ben Heppner (Tenor/Bacchus), Natalie Dessay (Zerbinetta), Stephan Genz (Harlekin), Ian Thompson (Scaramuccio), Sami Luttinen (Truffaldin), Christoph Genz (Brighella), Anne Sofie von Otter (Der Komponist), Albert Dohmen (Musiklehrer) e.a. met de Staatskapel Dresden o.l.v. Giuseppe Sinopoli. DG 471.323-2 (2 cd’s, 122’04”). 2000

 

Karajans Ariadne uit 1954 (EMI 567.077-2 mono) was volmaakt bezet met Schwarzkopf, Seefried, Streich c.s, uitstekend uitgevoerd en voor die tijd heel mooi opgenomen. Van de latere opnamen voldeden vooral die van Kempe (EMI 764.159-2) en Kuhn (Arte Nova 74321-77073-2) erg goed. En nu dan als nieuwkomer Sinopoli, opnieuw met een naar huidige begrippen en mogelijkheden droombezetting, een in deze materie decennialang getraind orkest en de modernste opnametechniek die het hele werk ongemeen weelderig laat klinken.

Voigt is een aangename verrassing als Ariadne; met gemak overwint ze alle vocale horden en datzelfde geldt voor Heppner als Bacchus. Dohmen (muziekmeester) en Howard (dansmeester) zijn voortreffelijke, om de hegemonie strijdende tegenstanders, Dessay lijkt de enorme problemen waarvoor de Zerbinettarol zoveel van haar voorgangers plaatste met haast nonchalant gemak te overwinnen, Anne Sofie is een hoogst innemende componist en alle kleine rollen van de commedia dell’arte trio’s en de nimfen zijn met eersterangs zangers – waaronder de broers Genz – bezet.

Als er al iets op deze productie aan te merken valt, dan is het een licht gebrek aan waarachtige gloed en engagement. Wie genoegen neemt met de mono kwaliteit van de Karajan opname is daarmee altijd nog het beste af, maar Sinopoli en Kempe (met o.a. de voortreffelijke Janowitz) bezetten ex aequo een mooie tweede plaats.