CD Recensies

STRAVINSKY: AGON, JEUX DE CARTES, ORPHEUS

Stravinsky: Jeu de cartes; Agon; Orpheus. BBC Schots symfonie orkest o.l.v. Ilan Volkov. Hyperion CDA 67698 (72’45”). 2009

 

Stravinsky: Symfonie in 3 delen; Agon; Apollon musagète; Uit De Vuurvogel: finale. BBC Symfonie orkest o.l.v. Igor Stravinsky. BBC Legends BBCL 4253-2 (79’46”). 1958

 

Het toeval wil dat vrijwel gelijktijdig twee nieuwe opnamen verschenen van het ballet Agon uit 1957, geschreven voor Balanchine’s New York City Ballet. Een op de planken en op cd ondervertegenwoordigd werk, mogelijk vanwege het abstracte karakter ervan, maar waarschijnlijker omdat het gaat om proto-seriële muziek. De titel staat voor het Griekse ‘wedstrijd’ en het werk kan worden gezien als een soort dialectische strijd tussen traditie en modernisme. Het werk begint met neoklassieke fanfares, maar wordt steeds chromatischer totdat het heel serieel eindigt voordat het vertoog met tonale fanfares tot vroeger terugkeert. Hoe dat ook zij, het ballet bevat prachtige dansmuziek en vertegenwoordigt Stravinsky’s vreugde niet zozeer omdat hij eindelijk zijn tehuis in het serialisme had gevonden, maar omdat hij vond dat hij zijn hele leven alk quasi serieel had gecomponeerd en omdat hij die technieken kon hanteren zonder zichzelf te verloochenen.

De BBC mono opname komt uit de Royal Festival Hall in Londen en werd dus kort na de première van Agon gemaakt; hij ademt de sfeer van het verwachtingsvolle nieuwe, maar is qua realisatie niet optimaal. Ook van de andere balletwerken is het meer de aanwezigheid van de meester zelf dan het klinkend resultaat dat de moeite waard is.

De Hyperion opname komt uit een heel andere, verse competitie en is eigenlijk alleen al door de combinatie van een drietal minder bekende balletmuzieken de aandacht waard. Volkov zorgt voor een sfeervolle, dansmatige realisatie; deze heeft gewicht en ademt theatersfeer. De oude DG opname van Rosbaud en de enigszins terloopse van Craft op Naxos zijn daarmee op z’n minst achterhaald zo niet overtroffen.

Bij Jeux de cartes (1937) komt de voornaamste concurrentie van Abbado (DG) die veel affiniteit toonde met juist deze muziek. Chailly (Decca) was nog wat verfijnder en fijnzinniger mede dankzij de transparanter opname, maar Volkov verenigt het beste van die beide werelden en overtuigt minstens zozeer.

Orpheus uit 1948 tenslotte was ook het terrein van Craft (Naxos). Net als hij koestert Volkov het werk in een toegewijde, zuivere verklanking. De Hyperion uitgave solliciteert naar een plaatsje in het cd rek van elke balletliefhebber.