CD Recensies

SCHUMANN: PIANOTRIO'S NR. 1-3 E.A., ANDSNES, TETZLAFFS

 

Schumann: Pianotrio’s nr. 1 in d op. 63, nr. 2 in F op. 80, nr. 3 in g op. 110; 6 Études in canonische vorm op. 56 (arr. Kirchner); Fantasiestücke op. 88. Christian Tetzlaff (v), Tanja Tetzlaff (vc), Leif Ove Andsnes (p). EMI 094.180-2 (2 cd’s, 2u 1’56”). 2010

Schumann: Pianotrio’s nr. 1 in d op. 63, nr. 2 in F op. 80, nr. 3 in in g op. 110. Ilya Gringolts (v), Dmitry Kouzov (vc) en Peter Laul (p). Onyx ONYX 4072 (2 cd’s, 1u 23’39”). 2010

 

Sinds Beethoven het genre met zijn Aartshertog trio bekroonde, hebben heel wat componisten zich tot dit genre aangetrokken gevoeld: Schubert, Hummel, Schumann, Mendelssohn, Chopin, Brahms, Dvorak, maar ook  Berwald, Chausson, Saint-Saëns, Tchaikovsky, Arensky, Fauré, Ravel, Martinu, Shostakovitch en Schnittke om slechts de bekendsten te noemen. Het gaat zeker om louter meesterwerken, maar wie bijvoorbeeld dacht dat Schumanns Eerste pianotrio zijn beste werk is na zijn pianokwintet, moet beslist eens aandachtig naar het Tweede luisteren – een prachtig werk vol dichterlijke ideeën.

Het eerste deel valt op met zijn  dwingende onderlinge thematische verbindingen, maar de echte verrassing komt met het derde deel, een zwierige barcarolle, hoewel de kern van het werk wordt gevormd door het langzame tweede deel als een heel persoonlijke uiting. Het Derde trio is relatief het minst geslaagd vanwege  de te vaak herhaalde, soms zelfs plichtmatige ritmische patronen.

Verder zijn de onderlinge verschillen tussen de trio’s opvallender dan de overeenkomsten. Het Eerste heeft een onrustig, gespannen, zelfs tragisch karakter, het tweede klinkt mild, verzoenend.

Onyx biedt louter de drie Pianotrio’s, waarbij het Derde (27’53”) onvoordelig het hele tweede schijfje in beslag neemt. Andsnes en broer en zus Tetzlaff voegen daar de 3 fantasierijke miniaturen voor pianotrio uit 1842 aan toe die in 1849 lichtelijk gewijzigd als Fantasiestücke op. 88 werden gepubliceerd. Curieuzer is de bewerking door Kirchner van de 6 Pianostukken in canonische vorm voor pedaalpiano die meestal op orgel worden gespeeld, maar die het in triovorm uitstekend doen.

Het dient gezegd: mooi en stijlvol als het Russische trio deze muziek realiseert, Andsnes c.s. realiseert de myriade perspectieven van deze muziek gedrevener, waarbij de strijkers soms een subtiel portamento en een wisselend vibrato gebruiken en Andsnes zich geen moment opdringerig gedraagt. Teamwork in optima forma.

Zo ondervindt de tot nu toe interessantste opname van het Florestan trio (Hyperion CDA 67063 en 67175) flink concurrentie. Natuurlijk bevredigt de Onyx uitgave op een wat lager niveau ook goed.