Shostakovich: Pianotrio’s nr. 1 in c op. 8 en 2 in e op. 67; Copland: Pianotrio ‘Vitebsk’. Trio Wanderer. Harmonia Mundi HMG 50.1825 (54’49”). 2003
De wat gammele structuur van Shiostakovitch’ jeugdige Eerste pianotrio wordt mooi gecamoufleerd door de goed verzorgde uitvoering van het Wanderer trio. Het speelt met mooi ronde toon, niet erg Slavisch, maar wel uitstekend voorbereid.
Het lastige begin door de cello van het veel rijpere Tweede trio klinkt hier haast etherisch en de tempo opbouw van het eerste deel is heel logisch en gelukkig niet nodeloos beteugeld. De passacaglia en de finale klinken heel intens. Meer dan door het Weens Pianotrio (Nimbus NI 5572) worden de bitterder kanten van het uitgedrukte leed en de aan hyperventilatie grenzende opwinding hier uitgedrukt.
De modernistische Copland schreef in 1928 met het ‘Vitebsk’ Pianotrio best een meesterwerk. Het gaat om een studie op een Joods thema. Die Joodse inslag met klagende kwarttonen kleurt de muziek duidelijk en deze wordt eveneens heel goed bediend door het Franse trio (de naam van het ensemble suggereert nogal bedrieglijk eerder Centraal-Europeanen). Vergelijk desnoods met de Arabia opname (Z 6974) van Boriskin c.s.