CD Recensies

SHOSTAKOVICH: CELLOSONATE, WIEDER-ATHERTON

 

Shostakovich: Cellosonate in d op. 40; Prokofiev: Adagio op. 97bis; Cellosonate in C op. 119; Ballade op. 15. Sonia Wieder-Atherton en Laurent Cabasso. Naïve V 4666 (65’51”). 1992

 

De Cellosonate van Shostakovich is een betrekkelijk jeugdwerk uit 1934 maar het specifieke idioom van de componist is al duidelijk herkenbaar, niet slechts in de fel ritmische snelle delen, maar ook in de duistere, licht gesluierde kwaliteit van het derde deel, een mooi largo. De celliste brengt dat mooi naar voren, maar er zijn welsprekender interpretaties van bijvoorbeeld Mørk (Virgin 482.067-2) en Harrell (Decca 473.807-2).

Deze opname ontleent zijn waarde grotendeels aan de Ballade en het Adagio van Prokofiev die meer zijn dan toegiften. Zeker de Ballade, ook een vroeg werk, maar ditmaal van Prokofiev,  zit vol puntige dissonanten uit de wereld van het ballet Chout op. 21. De Cellosonate is bekender en klinkt fraai afgewerkt met de juiste gevoelswaarden, waarbij alleen de pianist een iets zwaardere, meer Russische aanpak had kunnen tonen. Ook hier hebben toch Harrell (Decca 473.807-2) en Mørk (Virgin 482.067-2) net wat meer te bieden.