Shostakovich: Vioolsonate op. 134 bewerking Zinman/Poeshkarev; Altvioolsonate op. 147 bewerking V. Mendelssohn. Gidon Kremer (v), Joeri Bashmet (va), Andrei Poeshkarev (slw.) met Kremeta Baltica. DG 477.6196 (68’17”). 2005
Met behulp van een stel bekwame bewerkers tonen Gidon Kremer en zijn Baltische musicigroep zich telkens weer in staat om grote muziekwerken in verkleinde vorm (zoals bv. Het Adagio uit Mahler X) of juist vergrote gedaante (zoals bv. Schuberts Strijkkwartet XV) te presenteren. Telkens wordt naar behoeven de in essentie uit strijkers bestaande bezetting aangepast.
Hier hebben we te maken met de uitvergroting van twee late sonates van Shostakovitch. Voor wie de originelen goed kent, de vioolsonate bijvoorbeeld van Mordkovitch/Benson (Chandos CHAN 8988) of Van Keulen/Brautigam (Vanguard 99021) en de altvioolsonate van Kaskashian/Levin (ECM 847.538-2) zal merken hoe deze karige laatste werken van de componist opleven in kleur, dynamiek en expressie in deze quasi georkestreerde vorm.
Het slagwerk wordt bescheiden ingezet, vooral – om Saint-Saëns te parafraseren – pour diamanter l’ensemble op dramatische momenten. Voor de rest worden beide volstrekt idiomatisch spelende en volledig met de materie vertrouwde solisten innig begeleid door een strijkorkest op basis van twee contrabassen. Een illustratie hoe muziek mooi congruent verrijkt kan worden.