CD Recensies

SCHÖNBERG: KAMERSYMFONIE NR. 1; BEGLEITMUSIK

Schönberg: Begleitmusik zu einer Lichtspielszene op. 34; Kammersinfonie nr. 1 op. 9b; Brahms/Schönberg: Pianokwartet nr. 1 in g op. 25. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. EMI 457.815-2 (73’40”). 2009

 

Drie tamelijk extreme aspecten van Schönbergs muzikale persoonlijkheid worden hier op boeiende wijze aan de orde gesteld. Om te beginnen de manier waarop hij letterlijk meer kracht  verleent aan het Brahmskwintet; hij kruidt het en zijn orkestratie heeft zelfs onvermoede geestige kanten. Het wordt zo als het ware Brahms’ Vijfde symfonie, zeker zoals het werk hier door een prachtig orkest volbloedig wordt gespeeld. Brahms’ eigen idioom komt niets tekort al maakt het gebruik van grote trom en bekkens wel een lichtelijk overdreven indruk. Verder is de uitvoering exemplarisch en beter dan de meeste eerdere van o.a. Zender (Berlin Classics BC 2158-2 in de kleinere bezetting) en Craft (Koch 374132).

Het tweede aspect volgt met de duister dreigende, nog geen tien minuten durende filmmuziek met de programmatische gegevens ‘drohende Gefahr – Angst – Katastrophe’. Eigenlijk een imaginair stuk want de beelden werden op het toneel gesimuleerd en zijn schijnbaar nooit echt verfilmd.

En met het derde komen we bij de Eerste Kamersymfonie uit 1906, herzien in 1922 (waarvan trouwens ook een versie voor piano vierhandig bestaat) en die hier met een volledige orkestbezetting wordt uitgevoerd. De componist beweegt zich hier al naar de grenzen van de tonaliteit. Jammer dat het werk in grote bezetting klinkt; de oorspronkelijke komt mooier tot zijn recht, zoals  Rattle zelf in 1993 met zijn orkest uit Birmingham op EMI 555.212-2 aantoonde en anders wel Holliger c.q. Abbado met het Europees kamerorkest (cd Teldec 0927-44399-2, dvd ArtHaus 101048).

Toch slaat de winst/verliesrekening bij deze opname nog net naar de goede kant uit, maar helemaal overtuigend is het geheel niet op grond van verkeerde keuzes.