Shostakovich: Pianoconcerten nr. 1 in c op. 35 en 2 in F op. 102; Vioolsonate in F op. 134. Alexander Melnikov (p), Jeroen Berwaerts (tr), Isabelle Faust (v) met het Mahler Kamerorkest o.l.v. Teodor Currentzis. Harmonia Mundi HMC 90.2104 (74’11). 2010/11
Shostakovich: Pianoconcerten nr. 1 in c op. 35 en 2 in F op. 102; Vioolsonate in F op. 134; Shchedrin: Pianoconcert nr. 5. Denis Matsuev (p) en Timur Martynov (tr) met het Mariinsky orkest o.l.v. Valery Gergiev. Mariinsky MAR 0509 (73’32”). 2009/10
Het Eerste Pianoconcert van Shostakovitch dat in 1933 werd geschreven, kent een belangrijke, maar toch wat beperkte rol toe aan een solotrompet; het is verder ook een ietwat ongewone concertvorm met vier delen die als een geheel klinken.
Vanwege de getoonde humor, esprit en de scherp geëtste contouren is het wel vergeleken met de concerten van Poulenc, maar de humor van Shostakovitch is veel sardonischer en bijtender. Het is altijd een populair werk geweest, vooral vanwege de overdaad aan montere melodieën, de veelvuldige, provocerende stemmingswisselingen en een heel spirituele finale.
Het tweede concert werd in 1957 voor zoon Maxim geschreven en is in een soort geijkte standaardvorm maar het bezit ook een nogal luchtig karakter. Net als het Vioolconcert nr. 1 bevat het een ongegeneerd pathetisch romantisch Andante dat zomaar van Rachmaninov had kunnen zijn. Maar de finale is dan weer typisch Shostakovitch met zijn volkomen eigen soort luchthartigheid.
Hoewel het Eerste concert vaak met heel andere werken wordt gecombineerd, is het logisch om het tweetal samen te registreren.
Daarin gingen o.m. de componist zelf (EMI 754.606-2, met het Frans nationaal orkest o.l.v. André Cluytens uit 1958), Alexeev (Classics for Pleasure CFP 4547), Hamelin (Hyperion CDA 67425), Leonskaja (Warner 8573-89092-2) Bronfman (Sony 60677), Houstoun (Naxos 8.553128) en Ortiz (EMI 573.518-2) het tweetal nieuwe pianisten voor. Met name Hamelin en Leonskaja waren hier superieur.
Matsuev is briljant en heel assertief, maar speelt ook wat ‘van dik hout zaagt men planken’. Niet vermeld is of het om een ‘live’ opname gaat. De wat minder gunstige balans van piano, trompet en orkest zou dan in het Eerste concert te excuseren zijn, in het Tweede kloppen deze zaken beter en is ook de uitvoering overtuigender, want pakkender en minder oppervlakkig.
Maar aangezien het betere de vijand is van het goede, zijn Melnikov, Berwaerts en Currentzis dan misschien wat minder oer-Russisch, maar wel evenwichtiger, fijnzinniger en expressiever dan de Sint Petersburgers. De begeleiding is bij de jonge, gedisciplineerde, enthousiaste Mahlerianen ook in geëngageerder handen. Het hoeft daarom nauwelijks nader te worden uitgelegd dat wat de beide concerten van Shostakovitch betreft Alexeev een meer dan geduchte rivaal heeft gekregen met zelfs een lichte voorkeur voor Melnikov.
Dan zijn daar de aanvullende stukken. Van Pianoconcert nr. 5 van Shchedrin bestond al een opname met Matsuev en het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Mariss Jansons (Sony 82876-703262), eigenlijk is die qua afwerking ook nipt beter geslaagd dan de nieuwe.
En tot slot de enige vioolsonate van Shostakovitch – misschien een wat merkwaardige koppeling – die we al kenden kenden van vooral Mordkovitch en Benson (Chandos CHAN 8988) met een doorleefde verklanking die echter het wat droge karakter van het werk niet geheel kon wegnemen. Dat lukt Faust en Melnikov beter, ook is bij de nieuwkomers de dieptewerking groter terwijl ieder zweem van sentimentaliteit ontbreekt. Het grootste welkom is dus voor de nieuwe Harmonia Mundi uitgave.