Stravinsky: Le sacre du printemps; Vuurvogelsuite (1919); Scherzo à la russe; Tango nr. 72. Boedapest festival orkest o.l.v. Ivan Fischer. Channel Classsics CCS SA 32112 (63’10”). 2010
Iedere nieuwe opname van Fischer en zijn Hongaarse orkest wekt a priori hoge verwachtingen waaraan meestal wordt voldaan. Gelukkig is dit ook hier weer het geval. Zelfs in een zwaar bezet veld met vele prachtopnamen van de beide balletten – te denken valt aan wat de Sacre betreft aan Markevitch (Testament SBT 1076 en Gergiev (Philips 468.035-2) en wat de Vuurvogel aangaat aan Jårvi (Telarc CD 80587, Abbado (DG 453.085-2), Tilson Thomas (RCA 09026-68898-2) en Chung (DG 437.818-2) – neemt de dirigent meteen een prominente plaats in.
Waarom? Omdat hij om te beginnen aanzienlijk wordt geholpen door de geweldige opnametechniek en verder door een vertolking die uitermate precies is zonder dat de geest ten gevolge van pietluttigheden ook maar een moment in gevaar komt. Geen enkele i blijft zonder puntje. En alles wordt op logische, muzikaal relevante manier duidelijk gemaakt. Meteen de duistere fagotsolo aan het begin belooft al veel voor het vervolg. Maar Fischer houdt ook steeds de oerkrachten in toom, meer dan bijvoorbeeld Markevitch die ze verderop in alle hevigheid meer ontketent. De muziek wordt plooibaar, divers, steeds met aandacht voor de ware balletachtergrond gaande gehouden.
Ook de Vuurvogelsuite vertoont eenzelfde mooi gekleurd en bij alle contrasten homogeen karakter. De orkestversie van het Scherzo en de Tango hebben terecht een zeker ironisch en spottend karakter.
Dit zijn van de onderhavige werken misschien niet de absoluut beste opnamen, ze bevinden zich wel op ereplaatsen.