CD Recensies

STRAUSS, R.: ROSENKAVALIER, DER, KARAJAN, KLEIBER

Strauss, R.: Der Rosenkavalier. Elisabeth Schwarzkopf (s), Christa Ludwig (ms), Otto Edelmann (bs), Teresa Stich Randall (s), Eberhard Wächter (b), Nicolai Gedda (t) e.a. met het Philhartmonia koor en –orkest o.l.v. Herbert von Karajan. EMI 749.354-2, 556.242-2, 567.605-2 (3 cd’s, 3u. 11’17”). 1956 

 

Strauss, R.: Der Rosenkavalier. Claire Watson (s), Brigitte Fassbänder (s), Lucia Popp (s), Karl Ridderbusch (bs), Benno Kusche (b), Annelie Waas (s) e.a. met het Ensemble van de Beierse Staatsopera o.l.v. Carlos Kleiber. Orfeo d’or C 581083 D (2u., 56’17”). 1973

 

Na de excessen van de wat chocquerende eenakters Elektra en Salome keerden Hoffmannsthal en Strauss in 1911 terug naar de komedies van Mozart met Der Rosenkavalier, een werk dat steeds de populairste opera van Strauss bleef. Met als ondertitel ‘Een komedie in muziek” speelt het werk in het Wenen uit de achttiende eeuw. Dat gebeurt binnen een neoklassiek kader  voor het bitterzoete verhaal over een romantische liefde waarin baron Ochs (een plattelands Don Giovanni in Strauss’ woorden) van plan is om met de jonge Sophie te trouwen, maar in die plannen wordt gedwarsboomd wanneer ze voor Octavian, de geliefde van de Feldmarschallin en de Rosenkavalier uit de titel kiest. Tot slot worden de jonge gelieven verenigd en trekken de baron en de Feldmarschallin zich wijselijk terug van het toneel.

Met een subtiel en knap libretto en de verleidelijkste en meest verfijnde  muziek van Strauss vormt Der Rosenkavalier een volmaakte combinatie van opgewektheid, hoogstaande farce en aangename sentimentaliteit. De souplesse van de dramatische handeling, de volledige karaktertekening en de overdaad aan gracieuze melodieën maken dit werk tot een waardig eerbetoon aan Mozarts operakunst.

Een centrale rol in deze opera spelen de walsen, afgeleid uit de muziek van Schubert, Joh. Strauss en Lanner, maar ze zitten zo goed in elkaar dat men kan geloven dat ze al in de achttiende eeuw en vogue waren. De bijzondere sfeer die door deze walsen wordt gewekt, wordt voortgezet in momenten van een grote lyrische schoonheid zoals de ‘Italiaanse’ tenoraria en de slotscène uit de eerste akte met de aanbieding van de roos en tot slot met het prachtige sopraantrio.

Elisabeth Schwarzkopf was ooit beroemd voor haar vertolking van de beide hoofdrollen, maar het was vooral als Feldmarschallin dat ze uitblonk. In de eerste opname van Karajan verzorgden zij en Christa Ludwig (Octavian) en Teresa Stich-Randall (Sophie) een ensemble uitvoering van grote menselijkheid. Karajan regeert over het vocale gezelschap én over het orkest met warmgloeiend geluid en een heel goed gevoel voor de individuele kwaliteiten van de zangers. Er zijn twee versies in omloop, de ene geremasterd in stereo, de andere als origineel mono.

De enige grootse op cd beschikbare versie op cd met Carlos Kleiber (in tegenstelling tot die met Von Otter, Lott en Bonney op DG en de dvd uitgaven met een andere bezetting), is een ‘live’ opname uit het Münchense Nationaltheater. Een bijzondere realisatie: energiek, dramatisch afgewogen, gedetailleerd, vlot en met geweldig teamwork.

Wie het verleden niet schuwt, moet ook eens luisteren naar Kleiber père (Decca 425.950-2) met Reining, Jurinac, Güden, Solti  (Decca 475.9988) met Crespin, Minton en Donath en Böhm (DG 445.338-2) met Ludwig, Troyanos en Mathis.