Schumann: Fantasie in C op. 17; Chopin: Fantaisie in f op. 49; Fantaisie-impromptu in cis op 66 ; Polonaise-fantaisie in As op. 61. Marietta Petkova. Bloomline BS 10-088 (61’07”). 2010
Een cd als deze met vier muziekwerken met fantasiekarakter onder de titel Ardamente (vurig, maar ook: ijverig) brengt logisch genoeg een gedachtegang in beweging. Sinds de zestiende eeuw is in de hele Europese muziekwereld de Fantasie voor composities met een sterk geïmproviseerd karakter in zwang geraakt en wie naar Fantasieën op zoek gaat komt behalve bij klavecimbel- piano- en orgelwerken van onder meer Bach, Sweelinck, Field, Czerny, Mozart, Liszt, Franck tot Kamienski, Moszkovski, Sorabji en Messiaen werken met deze titel tegen. Daar zou systematisch en grondig te werk gaand menige cd mee zijn te vullen. Of dat interessante programma’s zou opleveren, is een andere vraag.
Hier is dat duidelijk wel het geval met een viertal hoogtepunten uit het romantische repertoire die een aardig afwisselend stempel dragen. De driedelige Fantasie van Schumann kan gelden als zijn meesterwerk voor piano en Marietta Petkova toont dat vrij ondubbelzinnig aan omdat ze prachtig fraseert en voor fraaie zachte begeleidingen zorgt bij rustig zingende melodieën of juist, zoals het middendeel briljant en vlot te werk te gaan. Dominerend is een voortdurend poëtisch gevoel.
De Fantasie van Chopin wordt vrij afgemeten gespeeld, maar waarschijnlijk daardoor hecht geïntegreerd. De kracht en de vastbeslotenheid van dit spel maken dat men extra geboeid blijft luisteren.
De Fantaisie-impromptu wordt hierna heel gedistingeerd met een duidelijk voelbare expressieve welsprekendheid afgewikkeld. Over de dynamische contrasten wordt stevige controle uitgeoefend.
De blijken van trots uit de Polonaise-fantaisie worden passend aangevuld met compenserende poëtische fijnzinnigheid. Het mooie van het hele optreden is, dat de pianiste echt wat over deze muziek te zeggen heeft en dat haar interpretaties steeds echt ten dienste staan van de componist en het gecomponeerde.
Het gaat om een recital dat in de Rotterdamse Doelen spontaan werd vastgelegd en ook die kant van de zaak is helemaal in orde.