CD Recensies

SCHREKER: GEZEICHNETEN, DIE

Schreker: Die Gezeichneten. Charles van Tassel (bs), Sigmund Cowan (b), Wout Oosterkamp (bs), Marilyn Schmiege (ms), William Cochran (t) met het Groot Omroepkoor en het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Edo de Waart. Marco Polo 8223328/30 (3 cd’s, 2u. 27’13”). 1990

 

Schreker: Die Gezeichneten. Elisabeth Connell (ms), Heinz Kruse (bs), Monte Pederson (b), Alfred Muff (bs), Laszlo Polgar (t), Christiane Berggold (s) en Martin Petzold (t) met het Berlijns omroepkoor en het Berlijns Radio symfonie orkest o.l.v. Lothar Zagrosek. Decca 444.442-2 (3 cd’s, 2u. 50’26”). 1994

 

Met Die Gezeichneten (1918, De gestigmatiseerden) heeft een nog pittiger karakter dan Der ferne Klang. Na het succes van de balletpantomime Der Geburtstag der Infantin (1908) nodigde Zemlinsky Schreker uit om een libretto te schrijven voor een opera die op datzelfde stuk van Oscar Wilde was gebaseerd, maar hij moest elders op zoek naar een tekstschrijver toen Schreker werd gefascineerd door dat gegeven en besloot om het zelf te gebruiken.

Het verhaal speelt in het zestiende eeuwse Genua en gaat over erotische obsessie, fysieke mismaaktheid (de protagonist Alviano is een gebochelde dwerg), zelfopoffering en waanzin die worden onderstreept door Schrekers heel lyrische en strek chromatische muziek.

De buitengewone reacties op Die Gezeichneten suggereren dat de aandoenlijke schildering van morele stagnatie via muziek van een haast mystieke euforie een diepe snaar raakte in het Duitsland van meteen na W.O. I. Een criticus sprak van ‘een grote mentale en morele schoonmaak in Duitsland’.

De sfeer van Die Gezeichneten wordt meteen bepaald in het voorspel dat alleen al de reputatie van de componist bevestigt. Het werk begint met een geheimzinnig schemerachtig akkoord voordat de Leitmotiven nader worden voorgesteld. Het zijn motieven die evenzeer door hun kleur als door hun melodiek sfeer scheppen.

Ook verder blijft het orkest de belangrijkste muzikale protagonist waarbij de stemmen meestal een soort vrijzwevende vocale stijl gebruiken die in gewikkeld in fijnzinnige, descriptieve orkestklanken.

Net als in Der ferne Klang is sprake van een impliciete suggestie dat kunst – en ook het nastreven van geneugten – een vlucht uit de werkelijkheid is. Als zodanig is Die Gezeichneten een interessante parallel met de in ongeveer dezelfde tijd ontstane opera Doktor Faust van Busoni.

Twee opnamen bieden een verschillende kijk op dit werk. Zagrosek zwelgt wat meer in de orkestklanken wat enigszins ten koste gaat van de vorm van de opera, terwijl die juist bij De Waart alle aandacht krijgt. Charles van Tassel en Heinz Kruse zijn beiden overtuigend als Alviano, maar eigenlijk nog meer indruk maken Marilyn Schmiege en Elizabeth Connell als beminnende Carlotta. Met de nodige emotionele armslag uiten ze een fraai beheerste teerheid.  Opnametechnisch is Decca iets in het voordeel.