Schreker: Der ferne Klang. Thomas Moser, Gabriele Schnaut, Victor von Halem, Siegmund Nimsgern, Roland Hermann met het RIAS kamerkoor, het Berlijns omroepkoor en het Berlijns radio symfonie orkest o.l.v. Gerd Albrecht. Capriccio 60.0242 (2 cd’s, 2u. 20’09”). 1990
In Der Ferne Klang (1912) wordt verteld over de jonge componist Fritz die wordt achtervolgd door magische klanken zijn geliefde Grete verlaat om naar die klanken te gaan zoeken. Grete vervalt in de prostitutie, maar wordt tot slot met Fritz herenigd als deze stervende is en hij zich realiseert dat het ‘verre geluid’ – de normale wereld, de macht van de liefde, Grete – voor hem steeds binnen handbereik was.
Het ongelooflijke succes van deze opera bevestigde de naam van Schreker als een van de grote moderne Duitse componisten. Ondanks alle gewaagdheid van hert gegeven en ondanks de geavanceerde harmonische taal van het werk gaat het nog wel om een in essentie romantisch stuk dat wordt gekenmerkt door een gespierde instrumentatie en uiterst sfeervolle klanken die de stemmingen en de gevoelens van de hoofdpersonen tekenen.
In termen van dissonanten is het minder extreem dan Richard Strauss’ Elektra die ongeveer in dezelfde tijd ontstond; het zullen vast de weelderige klank en het doorzichtige klankweefsel zijn geweest die het publiek destijds aanspraken.
Er bestaan een paar opnamen van dit werk, maar deze van Gerd Albrecht verdient in de meeste opzichten de voorkeur dankzij een zeer juiste opvatting, prachtig orkestspel van een in dit soort muziek doorkneed orkest. De stevige en krachtige mezzo van Gabriele Schnaut weet goed raad met Grete’s lastige muziek en Thomas Moser is een betrouwbare baritonrol van Fritz, maar niet veel meer dan dat. De overige solisten weren zich goed al zijn ze niet van topklasse.