Schütz: Musikalische Exequien SWV. 279-281; Freue dich des Weibes deiner Jugend SWV. 453; Motetten ‘Ist nicht Ephraim mein teurer Sohn’ SWV. 40; ‘Auf dem Gebirge hat man ein Geschrei gehöret’ SWV 396; Concert ‘Saul, Saul, was verfolgst du mich?’ SWV 415. Ruth Holton, Ashley Stafford, Frieder Lang, Michael Chance, Valerie Botwright, Lawrence, Wallington, Simon Birchall e.a. met His Majesty’s Sackbutts and Cornetts, de Engelse Baroksolisten en het Monteverdikoor o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 423.405-2    (50’17”). 1987

Tot de belangrijkste en mooiste werken van Schütz behoren de Musikalische Exequien uit 1636, een Luthers Requiem dat werd geschreven voor de begrafenis van een van zijn eerste weldoeners, prins Heinrich von Reuss.

Deze prins had bepaald dat bepaalde teksten als inscripties op zijn doodskist moesten worden aangebracht en op muziek moesten worden gezet om deze tijdens zijn begrafenis uit te voeren.

Schütz vertrouwt deze contemplatieve worden toe aan zijn solisten en gebruikt ze als toevoeging binnen een door het koor gezongen Kyrie. Dat wordt op zijn beurt gevolgd door een koormotet en culmineert tenslotte in een buitengewoon krachtige toonzetting van het ‘Nunc Dimittis’ waarin een spectraal klinkend klein koor periodiek het grote koor onderbreekt met de woorden ‘Selig sind die Toten, die in dem Herren sterben’.

Gardiner bracht een heel mooie selectie uit de vaak verrassende en intense muziek van Schütz bijeen rond de Musikalische Exequien: vier motetten waarvan er eentje, ‘Auf dem Gebirge’ een mysterieus begin heeft waarin de elkaar ovrlappende vocale melodieën van twee countertenoren  lijken te zweven boven de stevige klanken van de sackbuts (vroege trombones).

In andere samenstellingen zijn van de Musikalische Exequien ook mooie opnamen van o.a. The sixteen (Coro COR 16036) en Helbich (Naxos 8.555705) verschenen.